Hoofdstuk twee: Het begin van het communisme in Europa

Inhoudsopgave

Inleiding

1. De satanistische werken van Karl Marx

2. De historische context van het marxisme

3. De Franse Revolutie

4. Het debuut van het communisme in Parijs

5. Eerst Europa, dan de wereld

Referenties

****

Inleiding

Veel van de voorspellingen die in orthodoxe godsdiensten zijn gedaan, zijn uitgekomen, evenals de voorspellingen van Nostradamus en de voorspellingen die zijn overgeleverd in culturen over de hele wereld, van Peru tot Korea. In de Chinese geschiedenis, van de Han- tot de Ming-dynastieën, zijn er verrassend nauwkeurige profetische teksten geweest.

Deze profetieën laten ons de belangrijke waarheid zien dat de geschiedenis geen toevallig proces is, maar veeleer een drama waarin de volgorde van de grote gebeurtenissen van tevoren is vastgesteld. In de eindtijd, die ook het begin van een nieuwe historische cyclus zou kunnen inluiden, wachten alle godsdiensten van de wereld op één ding: de komst van de Schepper in het mensenrijk.

Alle drama’s hebben een climax. Hoewel de duivel regelingen heeft getroffen om de mensheid te vernietigen, beschikt de Schepper over middelen om de mensen van de wereld wakker te schudden, hen te helpen ontsnappen aan de slavernij van de duivel en hen redding ­te bieden. De ultieme strijd tussen goed en kwaad ontvouwt zich vandaag.

Orthodoxe godsdiensten over de hele wereld hebben voorspeld dat in het tijdperk van de terugkeer van de Schepper, de wereld overspoeld zou worden met demonen, gruwel en onheilspellende gebeurtenissen, omdat de mensheid haar morele terughoudendheid verloor. Dit is de wereld van vandaag.

De staat van degeneratie waar we vandaag mee te maken hebben is al lang in de maak. Het begon honderden jaren geleden, met de opkomst van de belangrijkste drijvende krachten: atheïsme en het bedriegen van de mensheid. Het was Karl Marx die een ideologie creëerde om het bedrog in al zijn varianten te omvatten en het was Vladimir Lenin die de theorie brutaal in praktijk bracht.

Marx was echter geen atheïst. Hij was een Satanist en werd de demon wiens missie het was te verhinderen dat de mens de Schepper zou herkennen in de eindtijd.

1. De satanistische werken van Karl Marx

Marx schreef tijdens zijn leven vele boeken, waarvan Het Communistisch Manifest van 1848 en de drie delen van Das Kapital, gepubliceerd tussen 1867 en 1894, de bekendste zijn. Deze werken vormen de theoretische basis van de communistische beweging.

Het is minder algemeen bekend dat Marx in de loop van zijn leven zijn ziel aan de duivel heeft overgedragen en diens agent in het menselijk rijk is geworden. In zijn jeugd was Marx een toegewijd christen en een enthousiast gelovige in God. Later werd hij overwonnen door zijn demonische transformatie. In zijn vroege gedicht “Aanroeping door een wanhopige” schreef Marx over zijn voornemen om wraak te nemen op God:

Dus een god heeft mij alles ontnomen
In de vloek en pijnbank van het lot.
Al zijn werelden zijn onherroepelijk buiten bereik.
Er rest mij niets anders dan wraak!

Op mezelf zal ik trots wraak nemen,
op dat wezen, die getroonde heer,
Uit een lappendeken van dat wat zwak is, zal ik mijn kracht putten,
Mijn betere zelf zal ik zonder beloning laten!

Ik zal mijn troon torenhoog bouwen,
Koud en geweldig zal zijn top zijn.
Bijgelovige angst zal zijn bolwerk zijn,
Het zwartste lijden zal zijn maarschalk zijn. [1]

In een brief aan zijn vader, gedateerd 10 november 1837, beschreef Marx de veranderingen die hij meemaakte: “Een gordijn was gevallen, mijn heiligste der heiligen was uiteengereten en nieuwe goden moesten in hun plaats worden gesteld. … Een ware onrust heeft zich van mij meester gemaakt en ik zal niet in staat zijn de opgewonden geesten tot bedaren te brengen voordat ik in uw dierbare tegenwoordigheid ben.” [2]

In Marx’ gedicht “The Pale Maiden” is de lyrische stem die van een jonge vrouw die haar liefde voor Christus opgeeft en op een gruwelijke manier aan haar einde komt. Marx schreef:

Zo heb ik de hemel verbeurd, ik weet het heel goed.
Mijn ziel, eens trouw aan God, is uitverkoren voor de hel. [3]

Marx’ familie merkte duidelijk de verandering in hem. In een eerdere brief, gedateerd 2 maart 1837, schreef zijn vader aan hem: “Je vooruitgang, de dierbare hoop dat je naam ooit een grote faam zal krijgen, en je aardse welzijn zijn niet de enige verlangens van mijn hart. Het zijn illusies die ik al lang koesterde, maar ik kan je verzekeren dat de vervulling ervan mij niet gelukkig zou hebben gemaakt. Alleen als je hart zuiver blijft en menselijk klopt en als geen demon in staat is je hart te vervreemden van betere gevoelens, alleen dan zal ik gelukkig zijn.” [4]

Een van Marx’ dochters schreef dat toen zij jong was, Marx haar en haar zusters vele sprookjes vertelde. Haar favoriet was het meanderende verhaal van Hans Röckle, een goochelaar die altijd krap bij kas zat en geen andere keus had dan zijn mooie poppen aan de duivel te verkopen. [5] Wat Marx aan de duivel verkocht in ruil voor zijn succes was zijn eigen ziel.

Zoals uit de voorgaande voorbeelden blijkt, is het verlaten van God en het omgaan met Satan een veel voorkomend thema in Marx’ poëzie. In “De Vioolspeler,” spreekt Marx via de lyrische stem:

Hoe dat zo! Ik stort, stort zonder mankeren
Mijn bloed-zwarte sabel in uw ziel.
Die kunst wil God niet, noch wenst hij die,
Het springt vanuit de zwarte nevels van de hel naar de hersenen.

Tot het hart betoverd is, tot de zintuigen op hol slaan:
Met Satan heb ik een deal gesloten.
Hij krijt de tekens, slaat de tijd voor mij,
Ik speel de dodenmars snel en vrij. [6]

In de biografie Marx schreef auteur Robert Payne dat de verhalen die Marx vertelde opgevat kunnen worden als allegorieën voor zijn eigen leven, en dat hij willens en wetens in naam van de duivel leek op te treden. [7]

Marx’ ziel keerde zich naar het kwaad. In zijn woede tegen God zag hij het goddelijke als iets dat omvergeworpen moest worden. De Amerikaanse politiek filosoof Eric Voegelin schreef: “Marx wist dat hij een god was die een wereld schiep. Hij wilde niet het schepsel zijn. Hij wilde de wereld niet zien vanuit het perspectief van het bestaan van een schepsel. … Hij wilde de wereld zien vanuit het punt van de coincidentia oppositorum, dat wil zeggen, vanuit de positie van God.” [8]

In zijn gedicht “Menselijke trots”, drukte Marx zijn wil uit om zich los te maken van God en hem te vervangen:

Dan gooi ik de handschoen
Minachtend in het wijd open gezicht van de wereld.
Neer stort de reusachtige Dwerg, jammerend,
Diepe duiken, kunnen mijn geluk niet verpletteren.

Als een God durf ik
Door dat verwoeste rijk in triomf ronddwalen.
Elk woord is daad en vuur,
En mijn boezem als die van de Maker zelf. [9]

In een ander vers schreef hij: “Ik verlang wraak te nemen op Hem die van bovenaf regeert,” en: “Het idee van God is het grondbeginsel van een verdorven beschaving. Het moet vernietigd worden.” [10]

Kort na Marx’ dood zei zijn dienstmeisje Helene Demuth dat zij hem tijdens zijn ziekte een soort gebedsritueel had zien uitvoeren voor een rij kaarsen. Marx geloofde duidelijk in het bovennatuurlijke. [11]

In de loop van de menselijke geschiedenis hebben grote wijzen de bewuste wezens de weg naar verlichting geleerd en de grondslagen gelegd voor de beschavingen van de wereld. Jezus Christus legde het fundament van de christelijke beschaving, en de wijsheid van Lao Tzu is het fundament van het taoïsme, een centrale pijler van de Chinese filosofie. In het oude India leidden de leringen van Shakyamuni tot het boeddhisme. De oorsprong van hun wijsheid is een wonder – zij verkregen hun inzichten via verlichting op het pad van spirituele cultivatie, niet via een gewoon leerproces.

Marx’ theorieën refereerden aan het werk van eerdere intellectuelen, maar kwamen uiteindelijk voort uit het kwade spook. Hij schreef in het gedicht “Over Hegel”:

Sinds ik het Hoogste der dingen heb gevonden en er ook de Diepte van heb ontdekt,
Ben ik onbewerkt als een God, gehuld in het duister als een God. [12]

Door toedoen van het spook kwam Marx de mensenwereld binnen en vestigde de cultus van het communisme om de menselijke moraal te corrumperen, met de bedoeling dat de mensheid zich tegen het goddelijke zou keren en zichzelf zou verdoemen tot de eeuwige kwelling in de hel.

2. De historische context van het marxisme

Om het marxisme te verspreiden, legde het spook verschillende fundamenten, zowel intellectuele als sociale. Wij zullen deze onderzoeken als de context voor de opkomst van het communisme.

Geleerden geloven dat Marx’ theorie diepgaand werd beïnvloed door Ludwig Feuerbach, die al vroeg het bestaan van God ontkende. Feuerbach geloofde dat religie niet meer was dan iemands besef van “de oneindigheid van het bewustzijn” – dat wil zeggen, dat mensen God verzonnen door zich hun eigen vermogens in het groot voor te stellen. [13] Feuerbachs theorie werpt enig licht op het ontstaan en de verspreiding van het communisme. De vooruitgang in de wetenschap, de mechanisatie, de materiële goederen, de geneeskunde en de vrije tijd wekten de indruk dat geluk een functie is van materiële rijkdom. Daarom moet elke ontevredenheid voortkomen uit sociale beperkingen. Het leek erop dat met materiële vooruitgang en sociale verandering, mensen de middelen zouden hebben om een utopia te bouwen zonder enige behoefte aan het goddelijke. Deze visie is het voornaamste middel waarmee mensen worden gelokt en vervolgens ingewijd in de cultus van het communisme.

Feuerbach was niet de eerste die het christendom en God afwees. David Friedrich Strauss trok de echtheid van de Bijbel en de goddelijkheid van Jezus in twijfel in zijn boek The Life of Jesus Critically Examined uit 1835. We kunnen dergelijke atheïstische ideeën terugvoeren tot de Verlichting in de zeventiende en achttiende eeuw of, zo nodig, tot de tijd van de oude Grieken. Maar dat is niet het doel van dit boek.

Hoewel Marx’ Communistisch Manifest meer dan tien jaar voor de publicatie van Charles Darwin’s On the Origin of Species werd geschreven, verschafte de evolutietheorie Marx een schijnbaar wetenschappelijke basis. Als alle soorten geëvolueerd zijn als gevolg van “natuurlijke selectie”, en de mens slechts het meest geavanceerde organisme is, dan is er geen plaats voor het goddelijke.

In december 1860 schreef Marx aan Engels over Darwin’s theorie en prees On the Origin of Species als “het boek dat de natuurhistorische basis bevat voor ons standpunt [historisch materialisme]”. In een brief aan de socialistische filosoof Ferdinand Lassalle in januari 1862, zei Marx: “Darwins boek is zeer belangrijk en dient mij als een natuurwetenschappelijke basis voor de klassenstrijd in de geschiedenis.” [14]

De evolutietheorie op het gebied van de natuurwetenschap en het materialisme op het gebied van de filosofie verschaften het marxisme twee krachtige middelen om volgelingen te misleiden en te rekruteren.

De maatschappij onderging ingrijpende veranderingen tijdens Marx’ leven. Tijdens de eerste Industriële Revolutie werd ambachtelijk handwerk vervangen door massaproductie. Technologische vooruitgang in de landbouw maakte overtollige arbeidskrachten vrij om naar de steden te verhuizen en in fabrieken te werken. Vrije handel zorgde voor innovatie in verkoop en marketing. Industrialisatie bevorderde de opkomst van steden en het verkeer van mensen, informatie en ideeën.

Na Marx’ verbanning uit Duitsland verhuisde hij naar Frankrijk, België en vervolgens naar Engeland, waar hij zich vestigde in de Dickensiaanse omgeving van de Londense sloppenwijken. In Marx’ latere jaren begon de tweede Industriële Revolutie met de elektrificatie, de verbrandingsmotor en de chemische industrie. De uitvinding van de telegraaf en de telefoon bracht een revolutie teweeg in de communicatie.

Elke verandering veroorzaakte ophef in de samenleving wanneer de mensen zich te midden van technologische verschuivingen trachtten aan te passen aan de nieuwe realiteit. Velen konden het tempo niet bijhouden, wat leidde tot de polarisatie van haves en have-nots, economische crises, en dergelijke. Tegelijkertijd, toen technologie het mogelijk maakte de natuurlijke wereld op grote schaal te transformeren, groeide de arrogantie van de mensheid.

Deze omwenteling creëerde omstandigheden die bijdroegen aan de verspreiding van Marx’ opvatting dat maatschappelijke normen en tradities relikwieën waren die mensen onderdrukten en vernietigd moesten worden. Maar de marxistische invloed is het best te begrijpen in termen van het lange-termijnplan van de duivel om de mensheid te destabiliseren en de banden tussen de mens en het goddelijke te verbreken.

3. De Franse Revolutie

De gevolgen van de Franse Revolutie van 1789 waren enorm: de monarchie werd vernietigd, de traditionele sociale orde werd omvergeworpen en er ontstond een systeem van heerschappij van de maffia.

Engels zei: “Een revolutie is zeker het meest autoritaire dat er is; het is de daad waarbij een deel van de bevolking zijn wil oplegt aan het andere deel door middel van geweren, bajonetten en kanonnen – autoritaire middelen, als die er al zijn; en als de overwinnende partij niet tevergeefs wil hebben gestreden, moet zij deze heerschappij handhaven door middel van de terreur die haar wapens inboezemen bij de reactionairen.” [15]

De Jacobijnse Club, die aan de macht kwam na de Franse Revolutie, wist dit maar al te goed. Na de executie van de Franse koning Lodewijk XVI bracht het Terreurbewind van de Jacobijnse leider Maximilien Robespierre de executie van nog eens zeventigduizend mensen met zich mee, van wie de meesten volkomen onschuldig waren. Latere generaties schreven een postuum grafschrift voor Robespierre, die werd begraven in een gemeenschappelijk graf:

Wie gij zijt die passeert, bid
   treur niet dat ik dood ben;
Want als ik deze dag nog geleefd had,
   Zou jij hier op mijn plek gelegen hebben! [16]

Het beleid van economische, politieke en anti-religieuze terreur van de Jacobijnse Club in de Franse Revolutie was een voorbode van de tirannie van de communistische partijen. Als voorbode van de politieke moorden onder Lenin en Stalin stelden de Franse revolutionairen het Revolutionair Tribunaal in en stelden ze guillotines op in Parijs en andere gemeenten. Revolutionaire comités beslisten of een gevangene schuldig was, terwijl speciale agenten van de Nationale Conventie het gezag hadden over de militaire en administratieve onderafdelingen. De sans-culottes, of het proletariaat, werden beschouwd als de meest revolutionaire klasse.

Volgens de wet van 22 Prairial, die op 10 juni 1794 werd uitgevaardigd, werden raadgeving bij vooronderzoek en verdediging tijdens een proces verboden, en moesten alle veroordelingen resulteren in de doodstraf. Geruchten, gevolgtrekkingen en persoonlijk oordeel, in plaats van bewijs, werden allemaal als geldig beschouwd voor het verkrijgen van een vonnis. De afkondiging van de wet betekende een enorme uitbreiding van het Terreurbewind, met naar schatting driehonderdduizend tot vijfhonderdduizend mensen die als verdachten gevangen werden gezet. [17] Evenzo leek de economische terreur van de Jacobijnen een voorbode van het “oorlogscommunisme” dat door Lenin in Rusland zou worden ingevoerd. Op 26 juli 1793 werd het hamsteren van graan een strafbaar feit waarop de doodstraf stond. De paramilitaire troepen, bekend als de Armées Révolutionnaires, kregen de bevoegdheid om steden en dorpen te plunderen, op zoek naar opgeslagen graan in huizen, schuren en pakhuizen. Degenen die beschuldigd werden van het hamsteren van graan werden door menigten uiteengereten of naar de guillotine gestuurd. [18]

Een van de grootste tegenstanders van de Franse revolutionairen was het katholieke geloof. Tijdens het Terreurbewind stichtten revolutionairen, waaronder Pierre Gaspard Chaumette, een vorm van atheïsme die de Cultus van de Rede werd genoemd. Deze was gebaseerd op de stromingen van de Verlichting en was bedoeld om het katholicisme te vervangen. [19] Op 5 oktober 1793 schafte de Nationale Conventie de christelijke kalender af en stelde de Republikeinse kalender in. Op 10 november werd de Notre-Dame de Paris omgedoopt tot Tempel van de Rede, tijdens een ceremonie met een jonge actrice die werd opgevoerd als de Godin van de Rede, een voorwerp van verering voor de massa’s. De voorschriften van de Cultus van de Rede werden snel in heel Parijs doorgevoerd. Binnen een week waren er nog maar drie christelijke kerken in bedrijf. Anti-religieuze terreur vulde Parijs. Priesters werden massaal gearresteerd, en sommigen werden geëxecuteerd. [20]

De Franse Revolutie stond niet alleen model voor het door Lenin ingestelde Sovjetregime, maar was ook nauw verbonden met de ontwikkeling van het marxisme.

François-Noёl Babeuf, een utopisch socialist die de Franse Revolutie meemaakte en in 1797 werd terechtgesteld wegens zijn betrokkenheid bij de Samenzwering van de Gelijken, bepleitte de afschaffing van het privé-bezit. Marx beschouwde Babeuf als de eerste revolutionaire communist.

De socialistische ideologieën bleven in de negentiende eeuw terrein winnen in de Franse politiek. De League of Outlaws, die Babeuf als zijn geestelijke stichter had, ontwikkelde zich snel in Parijs. De Duitse kleermaker Wilhelm Weitling sloot zich in 1835 bij de Liga aan. Onder zijn leiding werd het geheime genootschap omgedoopt tot de League of the Just.

Op een bijeenkomst in juni 1847 fuseerde de League of the Just met het Communistisch Correspondentie Comité onder leiding van Marx en Engels tot de Communistische Liga. In februari 1848 publiceerden Marx en Engels het basiswerk van de internationale communistische beweging, Het Communistisch Manifest.

Revoluties en opstanden volgden elkaar op na het einde van het Napoleontische bewind en troffen Spanje, Griekenland, Portugal, Duitsland, verschillende delen van Italië, België en Polen. Tegen 1848 hadden revolutie en oorlog zich over heel Europa verspreid, wat een optimale omgeving bood voor de verspreiding van het communisme.

In 1864 richtten Marx en anderen de Internationale Arbeiders Associatie op, ook bekend als de Eerste Internationale, waarmee Marx zich opwierp als de geestelijke leider van de communistische arbeidersbeweging. Als leider werkte Marx aan de vorming van een kerngroep van streng gedisciplineerde revolutionairen die de arbeiders tot opstand zouden aanzetten. Tegelijkertijd vond hij redenen om iedereen die het niet met hem eens was uit de organisatie te verbannen. Mikhail Bakunin, de eerste grote Russische marxist, verzamelde veel rekruten voor de communistische beweging, maar Marx beschuldigde hem ervan een tsaristische agent te zijn en verbande hem uit de Eerste Internationale. [21]

In 1871 ontketende de Franse tak van de Eerste Internationale de eerste communistische revolutie: de Parijse Commune kwam aan de macht.

4. Het debuut van het communisme in Parijs

De Commune van Parijs werd opgericht na de nederlaag van Frankrijk in de Frans-Pruisische oorlog van 1870. Hoewel de Franse keizer Napoléon III zich had overgegeven, belegerden de Pruisische legers Parijs alvorens zich terug te trekken. De vernedering van de overgave, in combinatie met de reeds lang bestaande onrust onder de Franse arbeiders, leidde tot een algemene opstand in Parijs, en de pas opgerichte Franse Derde Republiek trok zich terug naar Versailles, waardoor in de hoofdstad een machtsvacuüm ontstond.

In maart 1871 begon de Parijse Commune met de opstand van gewapende bendes en bandieten uit de onderste lagen van de samenleving, geleid door socialisten, communisten, anarchisten en andere activisten. De beweging was gelieerd aan en sterk beïnvloed door de Eerste Internationale. Het doel was het proletariaat te gebruiken als de agenten van de revolutie om de traditionele cultuur te vernietigen en de politieke en economische structuur van de samenleving te veranderen.

Wat volgde was moord en vernieling op grote schaal toen de rebellen de exquise relikwieën, monumenten en kunst van Parijs verwoestten. “Wat heb ik eraan dat er monumenten, opera’s en caféconcerten zijn waar ik nooit een voet heb gezet omdat ik het geld niet heb?” schreven de Franse schrijvers Edmond en Jules Goncourt, die de gevoelens samenvatten van degenen die deelnamen aan de vernietiging. De Amerikaanse diplomaat Wickham Hoffman, die ten tijde van de Commune in Parijs gestationeerd was, zei: “Het is bitter, meedogenloos en wreed; en het is zonder twijfel een trieste erfenis van de bloedige Revolutie van 1789.” De Amerikaanse schrijver en uitgever William Pembroke Fetridge beschreef de Commune als “de meest misdadige daad die de wereld ooit heeft gezien” en “een revolutie van bloed en geweld”. De leiders waren “meedogenloze desperado’s, … het afval van Frankrijk … gekken, dronken van wijn en bloed.” [22]

De strijd tussen traditie en anti-traditie die in de Franse Revolutie was begonnen, werd nu, acht decennia later, verder uitgespeeld. Louis-Auguste Blanqui, de erevoorzitter van de Parijse Commune, zei: “Twee principes delen Frankrijk: dat van de legitimiteit en dat van de volkssoevereiniteit. … Het beginsel van de volkssoevereiniteit verenigt alle mensen van de toekomst, de massa’s die, moe van de uitbuiting, het kader dat hen verstikt willen vernietigen.” [23]

Het extremisme van de Commune kwam deels voort uit de haatdragende ideeën van Henri de Saint-Simon, een utopisch socialist die de welvaart van een land evenredig achtte met het aantal arbeiders. Hij pleitte voor de dood van de rijken, die hij als parasieten beschouwde.

In De burgeroorlog in Frankrijk, beschreef Marx de Commune als een communistische staat: “De directe tegenpool van het keizerrijk was de Commune. De kreet ‘sociale republiek’ waarmee het Parijse proletariaat de Februarirevolutie inluidde, drukte slechts een vaag verlangen uit naar een republiek die niet alleen de monarchale vorm van klassenheerschappij moest verdringen, maar de klassenheerschappij zelf. De Commune was de positieve vorm van die republiek.” Bovendien schreef hij: “De Commune was bedoeld om het klassenbezit af te schaffen dat van de arbeid van velen de rijkdom van weinigen maakt.” [24]

De Parijse Commune pionierde de methoden van de communistische revolutie. Monumenten, waaronder de Vendôme Column ter herdenking van Napoléon, werden vernietigd. Kerken werden geplunderd, geestelijken afgeslacht en religieus onderwijs werd verboden op scholen. De rebellen kleedden de heiligenbeelden in moderne kledij en maakten rookpijpen vast aan hun mond.

Zowel vrouwen als mannen namen deel aan de wreedheden. Zhang Deyi, een Chinese diplomaat die op dat moment in Parijs was, beschreef de situatie in zijn dagboek: “Onder de opstandelingen waren niet alleen mannelijke misdadigers; ook vrouwen deden mee aan de rooftocht. … Zij namen hun intrek in hoge gebouwen en deden zich tegoed aan lekkernijen. Maar hun plezier was van korte duur, want ze waren zich niet bewust van het gevaar dat op hen afkwam. Op de rand van de nederlaag, plunderden ze en staken gebouwen in brand. Kostbare schatten werden in de as gelegd. Honderden vrouwelijke opstandelingen werden gearresteerd en gaven toe dat het vooral de vrouwen waren die de brandstichtingen leidden.” [25]

De Commune van Parijs duurde iets meer dan twee maanden voordat ze door het Franse leger werd onderdrukt. Op 23 mei 1871, nog voor de laatste verdedigingslinie was gevallen, gaven de leiders van de Commune opdracht het Luxemburgpaleis (de zetel van de Franse Senaat), het Tuilerieënpaleis en het Louvre in brand te steken. Ook de Parijse Opera, het Parijse stadhuis, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Justitie, het Palais Royal en de luxe restaurants en appartementsgebouwen aan weerszijden van de Champs-Elysées zouden worden vernietigd in plaats van in handen van de regering te vallen.

Die avond stichtten leden van de Commune, die teer, asfalt en terpentijn bij zich hadden, brand op verschillende plaatsen in Parijs. Het prachtige Tuileries-paleis ging verloren aan de vlammen. Gelukkig werd de poging van de brandstichters om het nabijgelegen Louvre in brand te steken, verijdeld door de komst van de troepen van Adolphe Thiers. [26]

Marx paste zijn theorie snel aan in de nasleep van de Parijse Commune, en herzag Het Communistisch Manifest om duidelijk te maken dat de arbeidersklasse niet simpelweg het staatsmechanisme moest overnemen, maar het juist volledig moest afbreken en vernietigen.

5. Eerst Europa, dan de wereld

Het bijgewerkte manifest van Marx maakte het communisme nog krachtiger. Op 14 juli 1889, zes jaar na de dood van Marx, dertien jaar na de ontbinding van de Eerste Internationale en honderd jaar na de Franse Revolutie, werd het Internationale Arbeiderscongres nieuw leven ingeblazen. Marxisten kwamen weer bijeen in wat historici de Tweede Internationale noemen.

De Europese arbeidersbeweging vestigde zich snel, geleid door communistische slogans als “bevrijd de mensheid” en “schaf de sociale klassen af”. Lenin zei later: “De diensten die Marx en Engels aan de arbeidersklasse hebben bewezen kunnen in een paar woorden zo worden uitgedrukt: zij leerden de arbeidersklasse zichzelf te kennen en zich van zichzelf bewust te zijn, en zij vervingen dromen door de wetenschap.” [27]

Leugens en indoctrinatie werden gebruikt om volksbewegingen te besmetten met de communistische ideologie, waardoor meer en meer mensen deze gingen aanvaarden. Tegen 1914 waren er bijna dertig wereldwijde en lokale socialistische organisaties, en ontelbaar meer vakbonden en coöperaties, met meer dan tien miljoen vakbondsleden en meer dan zeven miljoen coöperatieleden. Hun gelederen waren vaak zwaar geïnfiltreerd door socialisten.

In How to Change the World: Reflections on Marx and Marxism, schreef historicus Eric Hobsbawm: “De uitstraling van het marxisme was bijzonder belangrijk en algemeen in sommige landen van Europa waar vrijwel al het sociale denken, ongeacht de politieke connecties met socialistische en arbeidersbewegingen, gekenmerkt werd door de invloed van Marx.” [28]

Het communisme verspreidde zich ook via Europa naar Rusland en Oost-Azië. In de jaren 1880 bestudeerde Lenin Das Kapital en begon hij aan de vertaling van Het Communistisch Manifest in het Russisch. Hij werd gevangen genomen en verbannen door de tsaristische Russische autoriteiten voor zijn politieke activiteiten.

De Eerste Wereldoorlog leidde tot de triomf van het communisme in Rusland. Ten tijde van de revolutie van 1917, die tsaar Nicolaas II ten val bracht, leefde Lenin in West-Europa. Tegen het einde van het jaar was hij terug in Rusland en had hij de macht gegrepen in de Oktoberrevolutie. Rusland was een natie met een rijk oud erfgoed, een enorme bevolking en overvloedige natuurlijke hulpbronnen. De vestiging van het Sovjetregime op het grondgebied van het grootste land ter wereld was een enorme weldaad voor de communistische wereldbeweging.

Net zoals de Eerste Wereldoorlog de opkomst van de Russische communisten bevorderde, bracht de Tweede Wereldoorlog de communistische beweging ertoe zich over Eurazië uit te breiden en China op te slokken. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Sovjet-Unie een met kernwapens bewapende supermacht, waardoor zij de middelen kreeg om het communisme op wereldschaal te bevorderen.

In de aantekeningen voor zijn beroemde “IJzeren Gordijn” toespraak, zei Winston Churchill: “Er is een schaduw gevallen over de taferelen die de laatste tijd zo verlicht waren door de geallieerde overwinning. Niemand weet wat Sovjet-Rusland en zijn communistische internationale organisatie in de nabije toekomst van plan zijn, of wat de grenzen zijn, als die er al zijn, van hun expansieve en bekeringsgezinde neigingen.” [29]

Tijdens de Koude Oorlog was de vrije wereld verwikkeld in een felle confrontatie met het communistische kamp, dat zich over vier continenten had verspreid. Maar zelfs al bleven de naties van de vrije wereld democratisch van vorm, toch werden zij geleidelijk socialistisch in essentie.

Hoofdstuk éénHoofdstuk drie

Referenties

1. Karl Marx, “Invocation of One in Despair,” in Early Works of Karl Marx: Book of Verse, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 219, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1837-pre/verse/verse11.htm.

2. Karl Marx, “Letter from Marx to his father in Trier,” in The First Writings of Karl Marx, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 219, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1837-pre/letters/37_11_10.htm.

3. Karl Marx, “The Pale Maiden,” in Early Works of Karl Marx: Book of Verse, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 219, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1837-pre/verse/verse24.htm.

4. Heinrich Marx, zoals geciteerd in Richard Wurmbrand, Marx & Satan (Westchester, Ill.: Crossway Books, 1986), 21.

5. Eleanor Marx-Aveling, ” Biographical Notes on Marx’s Literary Interests,” in Marx and Engels on Literature and Art, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 18 april 2020, https://marxists.catbull.com/archive/marx/bio/marx/eleanor-literature.htm.

6. Karl Marx, “The Fiddler,” in Early Works of Karl Marx: Book of Verse, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 2019, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1837-pre/verse/verse4.htm.

7. Robert Payne, Marx (New York: Simon and Schuster, 1968).

8. Eric Voegelin, From Enlightenment to Revolution, ed. John H. Hallowell (Durham, NC: Duke University Press, 1975), 298-299.

9. Karl Marx, “Human Pride” in Early Works of Karl Marx: Book of Verse, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 2019, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1837-pre/verse/verse20.htm.

10. Marx, zoals geciteerd in Wurmbrand, Marx & Satan, 2.

11. Wurmbrand, Marx & Satan, 28.

12. Karl Marx, “On Hegel,” in Early Works of Karl Marx: Book of Verse, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 2019, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1837-pre/verse/verse15.htm.

13. Ludwig Feuerbach, “Essentie van religie in het algemeen,” in De essentie van het christendom, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 28 augustus 2019, https://www.marxists.org/reference/archive/feuerbach/works/essence/ec01_1.htm.

14. Karl Marx, zoals geciteerd in I. Bernard Cohen, Revolution in Science (Cambridge, Mass.: The Belknap Press of Harvard University Press, 1985), 345.

15. Friedrich Engels, “On Authority,” in The Marx-Engels Reader, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 18 april 2020, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1872/10/authority.htm.

16. “Robespierre’s Epitaph,” The Tomahawk (9 januari 1796), Romantic Circles, geraadpleegd op 6 september 2019, https://www.rc.umd.edu/editions/warpoetry/1796/1796_2.html.

17. Jacques Godechot, ” The Internal History of France During the Wars, 1793–1814,” in The New Cambridge Modern History, ed. C. W. Crawley (Cambridge, UK: Cambridge University Press, 1965), 9:280-281.

18. Miguel A. Faria Jr., ” The Economic Terror of the French Revolution,” Hacienda Publishing, 1 juli 2003, geraadpleegd op 18 april 2020, https://haciendapublishing.com/articles/economic-terror-french-revolution.

19. Gregory Fremont-Barnes, Encyclopedia of the Age of Political Revolutions and New Ideologies, 1760-1815 (Westport, CT: Greenwood Press, Inc., 2007), 119.

20. William Henley Jervis, The Gallican Church and the Revolution (Londen: Kegan Paul, Trench, & Co., 1882).

21. W. Cleon Skousen, “The Founders of Communism,” in The Naked Communist (Salt Lake City, UT: Ensign Publishing Company, 1962).

22. John M. Merriman, Massacre: The Life and Death of the Paris Commune (New York: Basic Books, 2014).

23. Louis-Auguste Blanqui, ” Speech Before the Society of the Friends of the People,” in Selected Works of Louis-Auguste Blanqui (Scotts Valley, CA: CreateSpace Independent Publishing Platform, 2011), 15.

24. Karl Marx, “The Paris Commune,” in The Civil War in France, Marxists Internet Archive, geraadpleegde op 19 april 2020, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1871/civil-war-france/index.htm.

25. Zhang Deyi 張德彝, San shu qi 三述奇 [Het derde dagboek], (Shanghai: Shanghai Guji Chubanshe, 1995). [In Chinees].

26. Merriman, Massacre.

27. Vladimir Lenin, “Frederick Engels,” in Lenin Collected Works, vol. 2 (Moskou: Progress Publishers, 1972), Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 19 april 2020, https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1895/misc/engels-bio.htm.

28. Eric Hobsbawm, How to Change the World: Reflections on Marx and Marxism (New Haven, CT, and London: Yale University Press, 2011), 214.

29. Winston Churchill, “The Sinews of Peace (‘Iron Curtain Speech’)” (toespraak, Westminster College, Fulton, MO, 5 maart, 1946), International Churchill Society, geraadpleegd op 19 april 2020, https://winstonchurchill.org/resources/speeches/1946-1963-elder-statesman/the-sinews-of-peace.

中文正體