Hoofdstuk acht: Hoe het communisme chaos zaait in de politiek (Deel 1)
Inhoudstafel
1. Communisme: de politiek van de vernietiging van de mensheid
a. De convergentie van politiek en godsdienst in communistische regimes
b. Het religieuze karakter van liberalisme en progressivisme
c. Hedendaags liberalisme en progressivisme: varianten van communisme
2. De regering onder linkse controle brengen
a. De convergentie van politiek en religie in de CCP-cultus
b. Het religieuze karakter van het liberalisme en progressivisme
c. Hedendaags liberalisme en progressivisme: Nieuwe varianten van het communisme
3. Haat en strijd: de onveranderlijke koers van de communistische politiek
****
Inleiding
De communistische ideologie is niet verdwenen met het einde van de Koude Oorlog; voor en na de val van de communistische regimes in Oost-Europa heeft subversie marxistische ideeën over de vrije wereld verspreid, en linkse bewegingen hebben in veel democratisch gekozen regeringen voet aan de grond gekregen.
Oppervlakkig gezien lijkt de vrije wereld de schade die door het communisme wordt aangericht te begrijpen. Toch werden in de 170 jaar sinds de publicatie van Het Communistisch Manifest regeringen over de hele wereld openlijk of heimelijk beïnvloed door de marxistische theorie.
De meeste mensen associëren communistische politiek alleen met landen onder het bewind van communistische partijen, of met landen waar openlijk de marxistische economische doctrines worden gevolgd. Maar in werkelijkheid volgt het Westerse linkse denken dezelfde onderliggende strijdfilosofie als de ‘traditionele’ communistische regimes van het Oosten. Als het gaat om het in de praktijk brengen van linkse doelen, staat de vrije wereld in sommige opzichten zelfs verder dan de zelfverklaarde communistische staten.
Zelfs toen Amerika tijdens de Koude Oorlog het hoofd moest bieden aan de dreiging van de Sovjet-Unie, vonden vormen van communisme hun weg naar bijna elk aspect van de westerse samenleving onder de gedaanten van liberalisme, progressivisme en socialisme. De linkervleugel heeft een stevige voet aan de grond in het politieke landschap van de VS en is dominant in veel Europese landen. Zonder de westerse wereld onder zijn openlijke politieke controle te brengen door middel van oorlog of gewelddadige revolutie, heeft het communistische spook dus het bestuur van de westerse naties gecoöpteerd door sociale onrust te voeden, de traditionele moraal te ondermijnen en socialistisch beleid door te drukken. Het doel is het Westen op een duivels pad te brengen en de vernietiging van de mensheid te bewerkstelligen.
De Verenigde Staten waren en blijven een sterk bastion van vrijheid en anti-communisme. Gezien de vitale rol die Amerika op het wereldtoneel speelt, is het cruciaal dat wij bijzondere aandacht besteden aan de invloed van het communisme in de Amerikaanse politiek en regering.
1. Communisme: de politiek van de vernietiging van de mensheid
Duizenden jaren lang was de monarchie de belangrijkste politieke machtsinstelling, die haar gezag ontleende aan het goddelijke. De hemel begiftigde de heerser met het goddelijke koningsrecht. Keizers en koningen vervulden een heilige rol als bemiddelaars tussen de mens en het goddelijke.
Vandaag de dag worden vele naties bestuurd door democratieën. In de praktijk is democratie geen rechtstreeks bestuur door het volk, maar een bestuur door vertegenwoordigers die door het volk gekozen worden. De verkiezing van een president is een democratische procedure. Eenmaal in functie heeft de president ruime bevoegdheden op het gebied van politiek, economie, leger, buitenlandse betrekkingen, enzovoort.
Sinds de Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 en het opstellen van de Amerikaanse grondwet in het daaropvolgende decennium is democratie verbonden met vrijheid, welvaart en individuele rechten. Maar de fundamentele hoeksteen van sociale stabiliteit en harmonie, alsmede van mensenrechten en vrijheid, zijn de morele waarden van een samenleving. Democratie alleen kan niet garanderen dat goede mensen verkozen zullen worden. Naarmate het algemene morele peil van de samenleving daalt, kunnen de winnende kandidaten wel eens diegenen zijn die zich specialiseren in holle of opruiende retoriek of die geneigd zijn tot vriendjespolitiek. De schade voor een democratische samenleving is enorm wanneer zij geen voorzieningen treft voor het handhaven van de morele normen die door het goddelijke zijn vastgesteld. De voordelen van electorale vertegenwoordiging verdwijnen en gaan op in maffiapolitiek die de samenleving in chaos en fragmentatie stort.
a. De convergentie van politiek en godsdienst in communistische regimes
De communistische ideologie functioneert als die van een cultus. Zij dwingt haar volgelingen haar kwaadaardige strijdfilosofie te aanvaarden, zich te onderwerpen aan haar politieke programma’s, en hun geweten te verraden bij het uitvoeren van de richtlijnen van de revolutionaire beweging of partij. Communistische regimes vervolgen religie en spiritualiteit met de wreedste methoden, om het goddelijke te vernietigen en het traditionele geloof te vervangen door hun eigen atheïstische religie.
De communistische regimes van het Oosten, in het bijzonder dat van de Chinese Communistische Partij (CCP), worden vaak ten onrechte beschreven als een moderne vorm van het oude despotisme. Velen zien de CCP als een voortzetting van het keizerlijke systeem. De traditionele Chinese monarchen beweerden echter niet dat zij de morele waarden bepaalden. In plaats daarvan zagen zij zichzelf als handelend met terughoudendheid volgens morele normen die door goden of de Hemel waren vastgesteld. De CCP daarentegen monopoliseerde het concept van moraliteit zelf. Hoeveel kwaad zij ook begaat, de CCP blijft volhouden dat zij “groots, glorieus en correct” is.
Moraliteit wordt bepaald door het goddelijke, niet door de mens. Normen van goed en kwaad komen voort uit een goddelijk gebod, niet uit de ideologische pretentie van één of andere politieke partij. Het monopoliseren van het recht om de moraal te bepalen leidt onvermijdelijk tot de vermenging van kerk en staat, die zich, zoals in het geval van de CCP en andere communistische partijen, manifesteert als de typische kenmerken van een kwaadaardige cultus.
De Communistische Partij verankert Marx als haar geestelijke ‘Heer’ en beschouwt het marxisme als de universele waarheid. De belofte van het communisme dat het een hemel op aarde zal creëren verleidt de volgelingen van het communisme ertoe hun leven er voor op te offeren. De sekte-achtige kenmerken omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een doctrine uitvinden, de oppositie verpletteren, de leider aanbidden, zichzelf beschouwen als de enige bron van gerechtigheid, mensen hersenspoelen en gebruik maken van gedachtencontrole, een hechte organisatie leiden waarvan men lid kan worden maar die men nooit kan verlaten, geweld en bloeddorst bevorderen, en martelaarschap voor de religieuze zaak aanmoedigen.
Communistische leiders als Vladimir Lenin, Jozef Stalin, Mao Zedong en Kim Il Sung hadden allen hun eigen persoonlijkheidscultus. Zij waren de ‘pausen’ van de communistische cultus in hun respectieve landen, met een onbetwist gezag om goed en kwaad te bepalen. Of zij nu wel of niet moordden en logen, zij hadden altijd gelijk, hetgeen werd gerechtvaardigd met de verklaring dat zij gemotiveerd waren door een hoger doel of dat zij het lange-termijnspel speelden. De burgers van deze landen werden gedwongen hun eigen opvattingen over moreel goed op te geven. Gedwongen worden om te liegen of kwaad te doen onder het bevel van de Partij bracht mensen psychologische en spirituele trauma’s.
Traditionele orthodoxe religies leren de mensen goed te zijn, maar de cultus van het communisme, die op haat is gebouwd, neemt precies het tegenovergestelde standpunt in. Hoewel de Partij ook spreekt over liefde, is de ‘liefde’ die zij voorstaat gebaseerd op haat. Zo zijn proletariërs bijvoorbeeld in staat tot klassenvriendelijkheid omdat zij een gemeenschappelijke vijand hebben: de kapitalisten. In het moderne China is de manier om patriottisme (letterlijk ‘liefde voor het land’ in het Chinees) te tonen het haten van andere landen – haat Amerika, haat Frankrijk, haat Japan, haat Korea, haat Taiwan, en haat overzeese Chinezen die kritiek hebben op de CCP.
b. Het religieuze karakter van liberalisme en progressivisme
Liberalisme en progressivisme zijn nu de norm geworden van ‘politieke correctheid’ in het Westen. In feite zijn ze zo ver ontwikkeld dat ze een seculiere religie zijn geworden. In de loop van de geschiedenis hebben linkse westerlingen verschillende benamingen gebruikt: soms noemden zij zichzelf ‘liberaal’ en soms ‘progressief’. Voorstanders van liberalisme en progressivisme bepleiten ‘vooruitgang’ als absoluut moreel goed en vallen elke afwijkende mening aan als ketterij. Vergelijkbaar met communisme, atheïsme, evolutie en sciëntisme, vervangen liberalisme en progressivisme het geloof in God door humanistische rede, waarbij zij in feite de mens zelf als god beschouwen. Zij hebben dezelfde vijanden als het communisme en wijten sociale problemen aan vermeende onrechtvaardigheden of gebreken in het kapitalistische systeem, dat zij willen ondermijnen of omverwerpen. De methoden van radicale liberalen en progressieven zijn vergelijkbaar met die van communistische revolutionairen. Zij vinden hun zaak zo belangrijk dat ze bereid zijn om het even welk middel te gebruiken om hun doel te bereiken.
De quasi-religieuze kenmerken van liberalisme en progressivisme zijn onlosmakelijk verbonden met de theorieën waaruit zij zijn voortgekomen. De snelle wetenschappelijke vooruitgang sinds de achttiende eeuw heeft het vertrouwen van de mens in zijn eigen kunnen enorm versterkt en de progressieve intellectuele tendens aangewakkerd. De Franse filosoof Markies de Condorcet, een pionier van het progressieve denken, stelde in zijn werk Esquisse d’un tableau historique des progrès de l’esprit humain (Schets voor een historisch beeld van de vooruitgang van de menselijke geest) dat de rede de mens leidt naar het pad van geluk en moraal of goedheid. Hierna werd het progressivisme agressiever en begon het de rede op een altaar te plaatsen en te vereren.
Progressief denken laat toe om het verstand, het geweten en de Schepper als gescheiden te zien, en bevordert het idee dat de mens de redding van de Schepper niet nodig heeft en zijn eigen rationaliteit en geweten kan gebruiken om het kwaad van hebzucht, angst, jaloezie en dergelijke weg te vagen. In deze visie kan de mens het goddelijke afschaffen en een paradijs op aarde vestigen. De arrogantie van het progressivisme komt tot uiting in een uitspraak van de negentiende-eeuwse Franse politicus en kunstcriticus Jules-Antoine Castagnary: “Naast de goddelijke tuin waaruit ik verdreven ben, zal ik een nieuw Eden bouwen. … Aan de ingang daarvan zal ik Vooruitgang opstellen … en ik zal hem een vlammend zwaard in de hand geven en hij zal tegen God zeggen: ‘Gij zult hier niet binnengaan.'” [1]
Vol van dit soort gedachten koesteren de mensen de illusie het lot van de mensheid te beheersen en haar toekomst te manipuleren – dat wil zeggen, dat de mensheid God kan spelen – om een utopie te scheppen, een ‘paradijs op aarde’. Dit is het wezenlijke idee van het communisme. De strijd om dit zogenaamde paradijs te bereiken heeft een stortvloed van bloed en ellende veroorzaakt.
c. Hedendaags liberalisme en progressivisme: varianten van communisme
De opstand tegen het klassiek liberalisme
Het klassieke liberalisme, dat werkt vanuit de filosofie van de natuurlijke individuele rechten, pleitte voor grondwettelijke beperkingen van de macht van het koningschap of de regering om de persoonlijke vrijheid te beschermen. Individuele rechten en waardigheid zijn goddelijk geschonken, terwijl de overheid door de burgers is opgebouwd en de uitdrukkelijke taak heeft haar mensen te beschermen. De scheiding van kerk en staat werd ingesteld om te voorkomen dat de overheid inbreuk zou maken op de gedachten en overtuigingen van de burgerij.
Het hedendaagse liberalisme is niets anders dan het verraad van het klassieke liberalisme in naam van de ‘vrijheid’ als gevolg van de communistische infiltratie. Aan de ene kant legt het de nadruk op absoluut individualisme – dat wil zeggen, extreme overgave aan verlangens en veronachtzaming van de moraal. Anderzijds legt het de nadruk op gelijkheid van resultaat in plaats van gelijkheid van kansen.
Bij het bespreken van de verdeling van rijkdom, bijvoorbeeld, richten moderne liberalen zich alleen op de behoeften van de ontvangers in plaats van op de rechten van de belastingbetalers. Als het gaat om beleid dat is ontworpen om discriminatie aan te pakken, richten zij zich alleen op degenen die historisch onrecht is aangedaan en negeren zij de mensen die het slachtoffer worden van dit beleid. In het recht belemmeren zij de noodzaak om misdadigers te straffen met het ogenschijnlijke doel de onschuldigen te beschermen tegen onrechtvaardige veroordelingen of de minderbedeelden te beschermen, die verondersteld worden het slachtoffer te zijn van onderdrukking. In het onderwijs negeren zij het potentieel van getalenteerde leerlingen onder het voorwendsel van steun aan en hulp voor leerlingen die slecht presteren en uit kansarme gezinnen komen. Zij gebruiken het excuus van de vrije meningsuiting om de beperkingen op het publiceren van obsceen of pornografisch materiaal op te heffen.
Het accent van het hedendaagse liberalisme is stilletjes geëvolueerd van het bepleiten van vrijheid naar het bevorderen van gelijkheid. Toch wil het niet ‘egalitarisme’ worden genoemd, omdat het dan onmiddellijk als een vorm van communisme zou worden gebrandmerkt.
John Locke, bekend als de vader van het liberalisme, gaf zijn visie op religieuze tolerantie en de scheiding van kerk en staat in zijn ‘A Letter Concerning Toleration’. Het belangrijkste aspect van tolerantie zoals Locke dat voor ogen had, is dat de staat, die de dwingende macht heeft, de persoonlijke overtuigingen van het individu moet respecteren en tolereren. Of iemands geloof in de weg naar de hemel juist of onjuist is, is een zaak die aan het goddelijke oordeel moet worden overgelaten. Iemands ziel moet onder zijn eigen controle staan; de staat mag zijn macht niet gebruiken om geloof of ongeloof op te leggen.
De tolerantie die het klassieke liberalisme voorstaat is inderdaad een deugd die het verdient te worden bevorderd, maar het communisme heeft zich ‘tolerantie’ toegeëigend als een weg naar morele corruptie. Het hedendaagse liberalisme veronachtzaamt het werkelijke doel van tolerantie en verandert het in de afwezigheid van een oordeel. Het heeft het politieke begrip van ‘waarde-vrij’ zijn ontwikkeld, wat in werkelijkheid betekent dat men zijn morele oriëntatie verliest en goed met slecht en deugd met kwaad verwart. Het gebruikt een aantrekkelijke uitdrukking om de sluizen open te zetten voor een ware aanval van demonische concepten, die onder het mom van vrijheid antimoraliteit en antitraditie opdringen.
Zo wordt tolerantie nu vaak opgevat als het buitenproportioneel verdedigen van de LGBT-beweging, een typische uiting van het waardenvrije concept. Wie zich uitspreekt tegen de bevordering van LGBT-levensstijlen, loopt het risico te worden aangevallen onder het voorwendsel van bescherming van individuele vrijheid en gelijkheid en bestrijding van discriminatie van een minderheidsgroep.
De essentie van Progressivisme: Moreel Relativisme
Geleid door de traditionele waarden van de mensheid is het normaal om onze intelligentie te gebruiken om onze levensomstandigheden te verbeteren, onze rijkdom te vergroten en nieuwe culturele hoogten te bereiken. In het ‘progressieve tijdperk’ van de Amerikaanse geschiedenis van het einde van de negentiende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw corrigeerden overheidshervormingen verschillende corrupte praktijken die in het proces van economische en maatschappelijke ontwikkeling waren ontstaan. Maar nadat communisten in de Verenigde Staten waren geïnfiltreerd, kaapten zij termen als ‘vooruitgang’ en ‘progressivisme’ en brachten deze onder in hun verderfelijke ideologie. Het was niet meer dan logisch dat het communisme het progressivisme had gekaapt, hoewel de meeste mensen dit niet wisten. Het hedendaagse progressivisme is de directe toepassing van Darwin’s evolutietheorieën in de sociale wetenschap, met als resultaat een voortdurende afwijking en perversie van de traditionele moraal in naam van de ‘vooruitgang’. Zelfs vandaag de dag zet het communisme zijn openlijke misleiding voort onder de progressieve vlag.
Tijdens deze progressieve revolutie beschouwden atheïsten de traditionele moraal als een belemmering voor vooruitgang en eisten zij een herwaardering van alle morele normen. Zij ontkenden het bestaan van absolute morele normen en gebruikten de maatschappij, cultuur, geschiedenis en hedendaagse omstandigheden om hun systeem van relatieve moraliteit vast te stellen.
Moreel relativisme is een kernaspect van de marxistische ideologie. Het stelt dat alles wat in overeenstemming is met de belangen van het proletariaat (de marxistische heersende klasse, in essentie) moreel is, terwijl alles wat daar niet mee in overeenstemming is immoreel is. Moraliteit wordt niet gebruikt om de daden van het proletariaat in te perken, maar als een wapen dat de dictatuur van het proletariaat kan gebruiken tegen haar vijanden. Hand in hand met de progressieve beweging heeft dit moreel relativisme aan invloed gewonnen in de politiek, het onderwijs, de cultuur en andere aspecten van de Westerse samenleving.
Het is niet verkeerd dat mensen geluk en vooruitgang nastreven, maar wanneer bepaalde ‘-ismen’ de traditionele morele waarden en overtuigingen beginnen te verdringen, fungeren zij als de instrumenten waarmee het communistische spook de mensen in de richting van ontaarding en vernietiging leidt.
2. De regering onder linkse controle brengen
In Het Communistisch Manifest noemen Marx en Engels tien maatregelen om eerlijke ruilhandel en de rechten van het individu, die zij kapitalisme noemen, te vernietigen. Veel van deze maatregelen worden al uitgevoerd om de Verenigde Staten en andere landen geleidelijk naar links te bewegen en uiteindelijk communistische politieke controle te vestigen, zoals de invoering van ‘een zware progressieve of graduele inkomstenbelasting’ en de ‘centralisatie van krediet in de handen van de staat, door middel van een nationale bank met staatskapitaal en een exclusief monopolie’. Aan de oppervlakte lijken communisten enkele positieve dingen te bepleiten, zoals het beëindigen van kinderarbeid in fabrieken en het opzetten van een gratis openbaar onderwijssysteem; maar hun doel is niet het verzekeren van het welzijn van een natie, maar eerder het grijpen en behouden van de politieke macht. Marx en Engels schreven:
De eerste stap in de revolutie van de arbeidersklasse is het verheffen van het proletariaat tot de heersende klasse om de strijd van de democratie te winnen.
Het proletariaat zal zijn politieke suprematie gebruiken om, geleidelijk aan, al het kapitaal van de bourgeoisie af te pakken, om alle instrumenten van de produktie te centraliseren in de handen van de Staat, d.w.z. van het proletariaat, georganiseerd als de heersende klasse; en om de totale produktiekrachten zo snel mogelijk te vergroten.
Natuurlijk kan dit in het begin alleen worden bereikt door middel van despotische ingrepen in de eigendomsrechten en de produktievoorwaarden van de bourgeoisie; door middel van maatregelen die economisch ontoereikend en onhoudbaar lijken, maar die in de loop van de beweging zichzelf voorbijstreven, verdere ingrepen in de oude maatschappelijke orde noodzakelijk maken, en onvermijdelijk zijn als middel om de manier van productie volledig te revolutioneren. [2]
In Amerika heeft links decennia lang Marx’ ‘slag om de democratie’ gevoerd om de hefbomen van de macht in handen te krijgen en het socialisme in te voeren. Hoewel openlijke communistische invloeden in de Verenigde Staten in de twintigste eeuw betrekkelijk gering waren, is de situatie sindsdien drastisch veranderd.
Bij de Amerikaanse verkiezingen van 2016 en 2020 kwam een openlijk socialistische kandidaat binnen handbereik van het presidentschap. Socialisme, dat in het communistische vocabulaire de ‘primaire fase’ van het communisme is, werd ooit door de meeste Amerikanen met minachting bekeken. De kandidaat zelf zei dat hij denkt dat er veel mensen zijn die erg nerveus worden als ze het woord ‘socialist’ horen.
Uit enquêtes die in de loop van de jaren 2010 werden gehouden, bleek echter dat ruwweg de helft van degenen die in de millennial-generatie (tussen 1980 en 1996) waren geboren, een positieve kijk op het socialisme hadden. Uit een peiling van Gallup uit 2018 bleek dat 57 procent van de Democraten zei dat ze een positieve mening hadden ten opzichte van het socialisme. [3] Dit zet een trend voort die ontstond bij een peiling uit 2011 van het Pew Research Center waaruit bleek dat 49 procent van de Amerikaanse volwassenen onder de dertig jaar positief tegenover het socialisme stond, terwijl 46 procent een positieve kijk had op het kapitalisme. [4]
De illusies die velen in het Westen vandaag koesteren over het socialisme zijn een afspiegeling van de ervaringen van ontelbare beïnvloedbare jongeren die in de vorige eeuw het communisme omarmden in de Sovjet-Unie, China en elders. Degenen die tot de jongere generatie behoren missen een diep begrip van hun eigen geschiedenis, cultuur en tradities. Hun weerstand tegen het socialisme, dat er voor hen mild en humaan uitziet, is onbestaande. Het grote communistische bedrog van de twintigste eeuw herhaalt zich in de eenentwintigste.
Marx’ axioma “Van ieder naar zijn vermogen, aan ieder naar zijn behoefte” is heel doeltreffend om jongeren te misleiden, die fantaseren over een leven van royale socialistische welvaart, zoals dat in verschillende delen van Europa te zien is. De welvaartssystemen van deze landen hebben echter veel sociale problemen veroorzaakt. Zoals de Amerikaanse econoom Milton Friedman zei: “Een samenleving die gelijkheid – in de zin van gelijke uitkomst – boven vrijheid stelt, zal eindigen met noch gelijkheid noch vrijheid. … Aan de andere kant zal een maatschappij die vrijheid voorop stelt, als gelukkig nevenproduct zowel meer vrijheid als meer gelijkheid creëren.” [5]
Het socialisme met een hoog welvaartsniveau bevordert de voortdurende uitbreiding van de overheid en leidt ertoe dat mensen hun vrijheden wegstemmen. Het is een belangrijke stap in de plannen van het spook om de mensheid tot slaaf te maken. Wanneer alle of de meeste landen de overgang naar het socialisme maken, zijn er maar een paar eenvoudige stappen nodig om de democratie te vervangen door totalitarisme. Zodra de socialistische primaire fase is voltooid, zullen de politieke leiders onmiddellijk het communisme invoeren. Privé-eigendom en het democratisch proces worden afgeschaft. De welvaartsstaat zal veranderen in een juk van tirannie.
Om de politieke hoofdstroom in de Verenigde Staten te bereiken, moeten communisten infiltreren in één of beide grote partijen en deze gebruiken om de stemmen in het Congres in handen te krijgen. Ondertussen moeten communistische kandidaten sleutelposities innemen in de regering en de rechtbanken. De mate waarin het communisme de Amerikaanse politiek heeft ondermijnd is vrij ernstig. Om zich van een stabiel stemblok te verzekeren, hebben linkse partijen in de VS de vijandigheid tussen lage- en hoge-inkomensgroepen vergroot, terwijl zij een toenemend aantal immigranten en ‘kwetsbare’ groepen aantrekken, zoals de LGBT-gemeenschap, vrouwen, minderheden, enzovoorts.
Een miljardair met een geschiedenis van steun aan linkse bewegingen heeft linkse kandidaten zwaar gefinancierd om zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten en andere belangrijke posities in het hele land. De belangrijkste hiervan zijn de staatssecretarissen, die in veel staten verantwoordelijk zijn voor verkiezingszaken en een cruciale rol spelen bij het oplossen van geschillen. De miljardair heeft veel steun verleend aan de campagnes voor deze posities. [6]
Zelfs wanneer illegale immigranten misdaden begaan op Amerikaans grondgebied, knijpen linkse autoriteiten een oogje dicht en richten ze toevluchtsoorden op om hen te beschermen tegen de wetshandhaving. Bovendien hebben linkse partijen gevochten voor het stemrecht van illegale immigranten. Natuurlijk is het motief niet noodzakelijkerwijs om de illegale immigranten of de algemene bevolking te bevoordelen, maar om de kiezersbasis van links te versterken. Op 12 september 2017 nam een stad in de buurt van Washington, DC, een wetsvoorstel aan om niet-staatsburgers het recht te geven om te stemmen in lokale verkiezingen, met inbegrip van houders van een groene kaart, tijdelijke inwoners met studenten- en werkvisa, en zelfs degenen zonder documentatie van legale immigratiestatus. Het wetsvoorstel trok veel media-aandacht vanwege de mogelijke gevolgen voor het kiesstelsel in andere delen van het land. [7]
De regering van de 44ste president van de VS was zwaar geïnfiltreerd door communisten en socialisten. Veel groepen die de president steunden, hadden duidelijke banden met socialistische organisaties. De president zelf verleende amnestie aan bijna een miljoen illegale immigranten via een executive order, nadat wetgeving daartoe het Congres niet had gehaald. Deze voormalige president is een volgeling van de para-marxist Saul Alinsky. Na zijn verkiezing benoemde hij adviseurs uit extreem-linkse denktanks en voerde hij een universeel gezondheidszorgsysteem in waarbij degenen die weigerden zich in te schrijven, werden beboet. Hij bevorderde linkse doelen door de handhaving van federale wetten tegen marihuana te staken, de legalisering van het homohuwelijk te steunen, transseksuelen toe te staan zich bij het leger aan te sluiten, enzovoort. In 2016 vaardigde zijn regering een richtlijn uit voor openbare scholen om leerlingen die zich als transgender identificeerden toe te laten in de toiletten van hun gekozen geslacht, ongeacht hun fysieke geslacht – met andere woorden, jongens en mannen konden de toiletten van meisjes binnengaan door zich simpelweg als vrouw te identificeren, en vice versa. Scholen kregen te horen dat als ze weigerden de wet uit te voeren, ze hun federale financiering zouden verliezen. Als reactie daarop klaagde een coalitie van dertien staten de federale regering aan met het argument dat de richtlijn ongrondwettelijk was.
3. Haat en strijd: de onveranderlijke koers van de communistische politiek
Strijd en haat vormen de kern van de communistische politiek. Mensen tegen elkaar opzetten door haat en verdeeldheid te zaaien is het voornaamste middel waarmee het communisme de samenleving corrumpeert, haar moraal omverwerpt en zich de politieke macht toe-eigent om haar dictatuur te vestigen.
In 1926, schreef Mao in zijn artikel ‘Analyse van klassen in de Chinese samenleving’: “Wie zijn onze vijanden? Wie zijn onze vrienden? Dit is een vraag van het grootste belang voor de revolutie.” De Communistische Partij creëert willekeurig concepten van klassen waar er voorheen geen bestonden en zet deze willekeurig verdeelde groepen vervolgens aan om tegen elkaar te strijden. Dit is een magisch wapen dat de communisten gebruiken in hun streven naar macht. [8] Om haar zaak te promoten, selecteert en overdrijft de Communistische Partij bepaalde kwesties die voortkomen uit het verval van morele waarden. Vervolgens beweert zij dat de onderliggende oorzaak van deze problemen niet de morele zwakte is, maar veeleer de structuur van de maatschappij. Zij kiest bepaalde klassen als de ‘onderdrukkers’ en bevordert de strijd van het volk tegen deze klassen als de oplossing voor de kwalen van de samenleving.
De haat en strijd van de communistische politiek zijn niet beperkt tot het antagonisme tussen arbeiders en kapitalisten. De Cubaanse communistische leider Fidel Castro zei dat de vijand van het Cubaanse volk de corruptie van de voormalige president Fulgencio Batista en zijn aanhangers was en dat de vermeende onderdrukking door de grote plantage-eigenaren de bron van ongelijkheid en onrechtvaardigheid was. De Communistische Partij belooft dat door het omverwerpen van de zogenaamde onderdrukkers een egalitair utopia kan worden gecreëerd. Castro en zijn mede-revolutionairen gebruikten deze belofte om Cuba over te nemen.
In China bestond Mao’s innovatie erin de boeren eigendom van hun land, de arbeiders eigendom van hun fabrieken en de intellectuelen vrijheid, vrede en democratie te beloven. Dit keerde boeren tegen landheren, arbeiders tegen kapitalisten, en intellectuelen tegen de regering, waardoor de Chinese Communistische Partij de macht kon grijpen.
In Algerije wakkerde de communistische leider Ahmed Ben Bella de haat aan tussen verschillende religies en etnische groepen: Moslims tegen Christenen, en de Arabieren tegen de Fransen. Dit werd Ben Bella’s springplank om de communistische heerschappij veilig te stellen.
De grondleggers van de Verenigde Staten bouwden het land op de beginselen die in de grondwet zijn vastgelegd. Familie, kerk en gemeenschap vormden sterke banden in de Amerikaanse samenleving, die in de loop van de negentiende en twintigste eeuw steeds welvarender werd. Het succes van de American Dream maakte concepten van sociale klasse onbelangrijk en maakte het moeilijk om een klassenstrijd in de Verenigde Staten te bedenken.
Maar het communisme grijpt elke gelegenheid aan om verdeeldheid te bevorderen. Via vakbonden vergroot het conflicten tussen werknemers en werkgevers. Het gebruikt raciale tegenstellingen om de strijd tussen verschillende groepen aan te wakkeren. Het bevordert de vrouwenrechtenbeweging om de strijd tegen de traditionele sociale structuur aan te wakkeren. Het creëert verdeeldheid rond seksuele geaardheid, met behulp van de LGBT-beweging. Het verdeelt de gelovigen van verschillende godsdiensten en gebruikt ‘culturele diversiteit’ om de traditionele westerse cultuur en het westerse erfgoed aan te vechten. Het verdeelt mensen van verschillende nationaliteiten door aan te dringen op de ‘rechten’ van illegale immigranten en conflicten te creëren tussen buitenlanders en burgers. Het zet illegale immigranten en het grote publiek op tegen ordehandhavers.
Nu de samenleving steeds meer geatomiseerd raakt, kan één misstap al een strijd ontketenen. De zaden van haat zijn geplant in de harten van de massa’s, en dit is precies het sinistere doel van het communisme. Lenin zou hebben gezegd: “Wij kunnen en moeten schrijven in een taal die onder de massa’s haat, afkeer, verachting en dergelijke zaait jegens hen die het niet met ons eens zijn.” [9] De politieke tactiek die in het Westen wordt gebruikt, maakt gebruik van allerlei kwesties van ‘sociale rechtvaardigheid’ om haat te zaaien en sociale conflicten te verhevigen.
In de zaak van de Scottsboro Boys in 1931 werden negen zwarte jongens beschuldigd van verkrachting van twee blanke vrouwen, wat in het hele land tot ernstige raciale onenigheid leidde. De Communistische Partij van de Verenigde Staten (CPUSA) kwam in actie en gebruikte het incident om veel nieuwe aanhangers aan te trekken, waaronder Frank Marshall Davis, de toekomstige mentor van de 44ste president. Het doel van de Amerikaanse communisten in de zaak Scottsboro Boys was niet alleen om het partijlidmaatschap te verhogen onder de zwarte bevolking en progressieve activisten voor ‘sociale rechtvaardigheid’, maar ook om Amerika te belasteren als een land dat bol stond van ongelijkheid en rassendiscriminatie. Ze beweerden dat dit de heersende omstandigheden waren in het hele land en ze promootten het communisme en de linkse ideologie als het enige middel om de Amerikanen te bevrijden van dit zogenaamd ziekelijke en kwaadaardige systeem.
In 1935 braken rellen uit in zwarte gemeenschappen in de wijk Harlem in New York naar aanleiding van geruchten dat een zwarte tiener was doodgeslagen nadat hij was betrapt op winkeldiefstal. (In werkelijkheid had de Puerto Ricaanse tiener een winkelbediende gebeten en was zelf ongedeerd gebleven). De CPUSA greep de kans om protesten te organiseren met beide handen aan, volgens Leonard Patterson, een voormalig partijlid die een rol had gespeeld bij het incident. Patterson beschreef hoe communisten specifiek getraind waren in Leninistische tactieken om conflicten uit te lokken en aan te wakkeren, zoals het omvormen van protesten tot gewelddadige rellen en straatgevechten, maar ook het opzettelijk verzinnen van conflicten waar er geen te vinden waren. [10]
In het hedendaagse Amerika zijn communistische groeperingen betrokken geweest bij elk grootschalig sociaal conflict of oproer. In 1991 toonden beelden die op grote schaal door de media werden uitgezonden Rodney King, een zwarte inwoner van Los Angeles, die na een achtervolging met hoge snelheid door blanke politieagenten in elkaar werd geslagen. In de veel bekeken clip waren de eerste 15 seconden van de beelden weggelaten, waarop te zien was hoe King, een voorwaardelijk vrijgelaten misdadiger, zich verzette tegen zijn arrestatie en zich strijdlustig gedroeg, hoewel zijn metgezellen in het voertuig de politie gehoorzaamden. De vier agenten die bij het incident betrokken waren, werden uiteindelijk vrijgesproken van strafvervolging. Na het vonnis stond een menigte demonstranten voor het hoofdkantoor van de politie van Los Angeles op het punt uiteen te gaan toen iets hen plotseling aanzette tot rellen. Iemand sloeg met een metalen bord tegen de achterkant van een passerende auto, en het protest ontaardde snel in geweld, met brandstichting, vernielingen en plunderingen. [11]
Gevraagd naar de betrokkenheid van communisten bij het incident, zei Sheriff Sherman Block van het district Los Angeles dat er geen twijfel over bestond dat de Revolutionaire Communistische Partij (RCP) betrokken was bij de rellen, plunderingen en brandstichting. Tijdens de gebeurtenissen werden overal in de straten en op universiteitscampussen flyers verspreid door verschillende communistische groeperingen, zoals de RCP, de Socialistische Arbeiderspartij, de Progressieve Arbeiderspartij (PLP) en de CPUSA. Op een van de flyers die door de PLP werden verspreid, stond te lezen: “Wreek het vonnis van King! … Alle racistische agenten moeten boeten! … Draai de geweren om! Soldaten verenig u met de arbeiders!” Volgens een politieagent van de politie van Los Angeles deelden mensen dergelijke folders al uit voordat het vonnis bekend werd gemaakt. [12]
Hoe de overvloed aan organisaties die aanzetten tot rellen en geweld in de Westerse samenleving zich vandaag de dag ook mogen noemen, of het nu ‘Ondeelbaar’, ‘Anti-Fascistisch’, ‘Stop Patriarchaat’, ‘Black Lives Matter’, of ‘Weiger Fascisme’ is, het zijn allemaal communistische groepen of voorstanders van communistische ideeën. De gewelddadige Antifa-groep bestaat uit mensen van verschillende communistische gezindten, zoals anarchisten, socialisten, liberalen, sociaal-democraten, en dergelijke. Refuse Fascism is een radicale groepering die is opgericht door linksen, waaronder die van de Revolutionary Communist Party, USA. De groep zat achter veel grootschalige protesten die tot doel hadden de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 ongedaan te maken.
Onder het mom van de uitoefening van de vrije meningsuiting werken deze groepen onvermoeibaar aan het uitlokken van conflicten in de Westerse samenleving. Om hun werkelijke doel te begrijpen, hoeft men slechts te kijken naar een richtlijn van de CPUSA aan haar leden uit 1943:
Wanneer bepaalde dwarsliggers (tegen het communisme) te irritant worden, bestempel hen dan, na een passende opbouw, als fascist of nazi of antisemiet en gebruik het prestige van antifascistische en tolerantie-organisaties om hen in diskrediet te brengen. Associeer in de publieke opinie degenen die zich tegen ons verzetten voortdurend met die namen waaraan reeds een slechte geur hangt. De associatie zal, na voldoende herhaling, ‘feit’ worden in de publieke opinie. Leden en frontorganisaties moeten voortdurend onze critici in verlegenheid brengen, in diskrediet brengen en vernederen. [13]
Hoofdstuk 7 (Deel 2) | Hoofdstuk 8 (Deel 2) |
Referenties
1. Jules-Antoine Castagnary, Philosophie du Salon de 1857, zoals geciteerd in Franklin L. Baumer, Modern European Thought: Continuity and Change in Ideas, 1600-1950 (New York: Macmillan, 1977), 335.
2. Karl Marx en Friedrich Engels, ‘Manifest van de Communistische Partij’, in Marx & Engels Selected Works, vol. 1, trans. Samuel Moore, ed. Andy Blunden, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 17 april 2020, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1848/communist-manifesto/ch02.htm.
3. Frank Newport, ‘Democrats
More Positive About Socialism Than Capitalism’, Gallup, 13
augustus 2018,
https://news.gallup.com/poll/240725/democrats-positive-socialism-capitalism.aspx.
4. ‘Little Change in Public’s Response to ‘Capitalism,’ ‘Socialism’,’ Pew Research Center, 28 december 2011, https://www.people-press.org/2011/12/28/little-change-in-publics-response-to-capitalism-socialism.
5. Milton Friedman, Free to Choose: A Personal Statement (Boston: Mariner Books, 1990), 148.
6. Matthew Vadum, ‘Soros Election-Rigging Scheme Collapses: The Secretary of State Project’s death is a victory for conservatives’, FrontPage Mag, 30 juli 2012, https://www.frontpagemag.com/fpm/139026/soros-election-rigging-scheme-collapses-matthew-vadum.
7. Rachel Chason, ‘Non-Citizens Can Now Vote in College Park, Md’, The Washington Post, 13 september 2017, https://www.washingtonpost.com/local/md-politics/college-park-decides-to-allow-noncitizens-to-vote-in-local-elections/2017/09/13/2b7adb4a-987b-11e7-87fc-c3f7ee4035c9_story.html?utm_term=.71671372768a.
8. Mao Zedong, ‘Analysis of the Classes in Chinese Society’, in Selected Works of Mao Tse-tung: Vol. 1, Marxists Internet Archive, geraadpleegd op 17 april 2020, https://www.marxists.org/reference/archive/mao/selected-works/volume-1/index.htm.
9. Bilveer Singh, Quest for Political Power: Communist Subversion and Militancy in Singapore (Singapore: Marshall Cavendish International [Asia] Pte Ltd, 2015).
10. Leonard Patterson, ‘I Trained in Moscow for Black Revolution’, Speakers Bureau of the John Birch Society, YouTube video, geplaatst door Swamp Yankee, 20 augustus 2011, https://www.youtube.com/watch?v=GuXQjk4zhZs.
11. William F. Jasper, ‘Anarchie in Los Angeles: Who Fanned the Flames, and Why?’, The New American, 15 juni 1992, https://www.thenewamerican.com/usnews/crime/item/15807-anarchy-in-los-angeles-who-fanned-the-flames-and-why.
12. Ibid.
13. US Congress, House, Committee on Un-American Activities, Soviet Total War, ‘Historic Mission’ of Violence and Deceit (Washington, DC: US Government Printing Office, 1956).