Hoofdstuk zestien: Het communisme achter het ecologisme (Deel 1)
Inhoudstafel
1. Communisme en de milieubeweging
a. De drie fasen van ecologisme
b. De marxistische wortels van milieubewegingen
c. Ecologisch marxisme
d. Ecologisch Socialisme
e. Groen wordt het nieuwe rood
f. Manipuleren van de retoriek van het milieubeleid
g. Ecoterrorisme
h. Greenpeace: geen vredig verhaal
2. Klimaatverandering
a. De onderdrukking van tegenstemmen
b. ‘Consensus’ in de klimaatwetenschap
****
Inleiding
De Schepper verschaft de voorwaarden voor menselijk leven en alle dingen op aarde. Traditionele culturen benadrukken de weldadige, symbiotische relatie tussen mens en natuur. Zoals de oude Chinese filosoof Dong Zhongshu schreef in Luxuriant Dew of the Spring and Autumn Annals, “Alles op aarde is geschapen ten bate van de mens.” [1] Tegelijkertijd moeten mensen de natuur respecteren en de principes van hemel en aarde volgen.
In de traditionele Chinese filosofie is er een evenwicht tussen alles, evenals het gebod om te vermijden kwaad te doen. De Confucianistische Doctrine van het Gemiddelde stelt: “Morele wetten vormen één systeem met de wetten via dewelke hemel en aarde alle dingen ondersteunen en bevatten, overschaduwen en overkappen. … Het is ditzelfde systeem van wetten dat ervoor zorgt dat alle geschapen dingen worden voortgebracht en zich ontwikkelen, elk in hun eigen orde en systeem, zonder elkaar te schaden; dat de verrichtingen van de natuur hun gang gaan zonder conflict of verwarring.” [2] De Chinese ouden hechtten dus veel waarde aan de bescherming van het milieu. Volgens legendarische overleveringen, in de tijd van Keizer Yu de Grote ongeveer vier millennia geleden, “brachten de mensen in de drie maanden van de lente geen bijlen naar het bos zodat het bos kon bloeien; in de drie maanden van de zomer brachten de mensen geen netten in de rivieren zodat de vissen zich konden voortplanten.” [3] Zeng Zi, een leerling van Confucius, schreef: “Hout moet alleen in de juiste seizoenen worden gekapt en dieren alleen op het juiste moment worden geslacht.” [4]
Dergelijke citaten weerspiegelen de traditionele ideeën, die niet alleen in China maar ook in oude culturen over de hele wereld worden aangetroffen, om in alle dingen gematigdheid te betrachten en de natuurlijke omgeving te koesteren en te beschermen.
Sinds de industriële revolutie is de samenleving zich steeds meer bewust geworden van de ernstige ecologische schade die door verontreiniging wordt veroorzaakt. Geïnitieerd vanuit het Westen is deze schade gedeeltelijk gecompenseerd door de invoering van wetten en voorschriften ter bescherming van het milieu. In eerste wereld landen wordt het belang van milieubescherming universeel erkend.
Minder goed begrepen is hoe de ecologische verhalen die vandaag dominant zijn in de maatschappij door het communisme zijn gevormd en gemanipuleerd. Hoewel de beweegredenen voor milieubescherming legitiem zijn, en veel mensen een oprecht verlangen hebben om het milieu te verbeteren en de toekomstige welvaart van de mensheid veilig te stellen, hebben communistische elementen een groot deel van de milieubeweging overgenomen om hun eigen politieke agenda’s te bevorderen. De infiltratie van het communisme in de milieubeweging is vrijwel vanaf het begin van de milieubeweging aan de gang.
Milieuwetenschap is een complex studiegebied, met onderzoek dat nog lang geen sluitende conclusies oplevert over onderwerpen als klimaatverandering. Maar onder invloed van de linkse ideologie hebben veel ‘groene’ activisten en organisaties milieubescherming versimpeld en tot een sterk gepolitiseerde strijd gemaakt, waarbij ze vaak extreme methoden en radicale verhalen gebruiken – soms tot op het punt van religieuze vurigheid. In plaats van de oude leer van matiging en behoud te volgen, laten radicaal-linkse milieuactivisten zicht niet weerhouden door enige moraliteit of traditie in hun kruistocht tegen alles wat zij beschouwen als de ’vijand’ van het milieu, van particuliere ondernemingen tot voortplanting. Gemengd met andere radicale bewegingen, is de groene zaak uiteindelijk gedefinieerd door misleidende propaganda en autoritaire politieke maatregelen, waardoor de milieubeweging een soort ’communisme-light’ is geworden.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de milieubeweging als ideologie verbonden is geraakt met het communisme, en hoe de milieubeweging werd gekaapt, gemanipuleerd en ten dienste gesteld van de doelstellingen van het communisme.
1. Communisme en de milieubeweging
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en het Oosteuropese communistische blok bleven de communisten hun invloed verspreiden in zowel de oosterse als de westerse samenlevingen, terwijl zij ook streefden naar een streng gecontroleerde wereldregering.
Om dit te bereiken moet het communisme een ’vijand’ creëren of gebruiken die de gehele mensheid bedreigt en het publiek over de gehele wereld intimideert om zowel individuele vrijheid als staatssoevereiniteit af te staan. Het creëren van wereldwijde paniek over dreigende milieu- en ecologische rampen is een manier om die doelen te bereiken.
a. De drie fasen van ecologisme
De vorming en ontwikkeling van de milieubeweging is onlosmakelijk verbonden geweest met het communisme. Haar ontwikkeling kan in drie fasen worden onderverdeeld.
De eerste fase
De eerste fase was een theoretische ’draagtijd’, die kan worden teruggevoerd op de jaren vanaf de publicatie in 1848 van Het Communistisch Manifest door Karl Marx en Friedrich Engels, tot aan de eerste Dag van de Aarde in 1970.
Marx en zijn volgelingen beschouwden het milieu niet als het brandpunt van hun theoretisch discours, maar het marxistisch atheïsme en materialisme kwamen van nature overeen met de hoofdtendens van de moderne milieubeweging. Marx verklaarde dat het kapitalisme gekant is tegen de natuur (dat wil zeggen, het milieu). Marxisten bedachten de term ’ecosysteem’ en verweven het milieu stilletjes met verschillende publieke kwesties.
In het laatste decennium van deze fase, van 1960 tot 1970, brachten twee bestsellers – Silent Spring (1962) en The Population Bomb (1968) – het milieubewustzijn in de publieke arena. In het eerste boek werd terecht bezorgdheid geuit over de schade die chemische bestrijdingsmiddelen toebrachten aan de natuurlijke omgeving, terwijl in het tweede boek werd gepleit voor onmiddellijke en wijdverbreide bevolkingsbeperking, waarmee de kiem werd gelegd voor de anti-menselijke onderstromen van de door de communisten beïnvloede milieubeweging.
De tweede fase
Op macroniveau functioneerde de tegencultuur van de jaren zestig bijna als een militaire parade van communistische elementen in het Westen. Zij veroverden het toneel door de burgerrechten en de anti-oorlogsbeweging te coöpteren, en verspreidden zich vervolgens snel naar andere vormen van strijd tegen het ’systeem’, waaronder de feministische beweging, de sexuele revolutie en het milieuactivisme. Dit is de wortel van de opleving van de milieu-ideologie en -agitatie.
De eerste Dag van de Aarde, die in 1970 werd gehouden, markeerde het begin van de tweede fase. Kort daarna, in 1972, hielden de Verenigde Naties in Stockholm hun eerste Conferentie over het Menselijk Leefmilieu. Al snel werd een batterij aan organisaties en monitoringgroepen gevormd. In de Verenigde Staten en Europa oefenden deze groepen druk uit op de regeringen door middel van protesten, propaganda, activisme onder het mom van wetenschappelijk onderzoek, enzovoort.
De derde fase
De derde fase begon aan de vooravond van het einde van de Koude Oorlog, toen het communisme in Oost-Europa politiek aan het instorten was. Rond deze tijd begonnen de communisten een versnelling hoger te schakelen door het verhaal van ’het redden van de wereld’ te promoten.
In 1988 richtten de Wereld Meteorologische Organisatie en het Milieuprogramma van de Verenigde Naties het Intergouvernementeel Panel inzake Klimaatverandering (IPCC – Intergovernmental Panel on Climate Change) op, en het concept van opwarming van de aarde begon ingang te vinden in de politiek. In 1990, maanden voor de ineenstorting van de Sovjet-Unie, werd in Moskou een internationale conferentie over het milieu gehouden. In een toespraak pleitte de secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov, voor de oprichting van een internationaal systeem voor milieumonitoring en een convenant ter bescherming van ’unieke milieuzones’. Hij sprak ook zijn steun uit voor milieuprogramma’s van de VN, en een vervolgconferentie, die vervolgens in 1992 in Rio de Janeiro, Brazilië, werd gehouden. [5]
Wat de meerderheid van de westerse milieuactivisten leek te zijn, aanvaardde deze voorstellen en ging de wereldwijde, door de mens veroorzaakte klimaatverandering zien als de voornaamste bedreiging voor de mensheid. Propaganda die milieubescherming gebruikte als een excuus voor een hardhandig beleid escaleerde plotseling, en milieuwetten en -voorschriften namen snel in aantal toe.
Als gevolg van de politisering van milieuvraagstukken hebben propaganda en hype een deugdelijk beleid en wetenschappelijk onderzoek overschaduwd, zoals later in dit hoofdstuk zal worden besproken.
b. De marxistische wortels van milieubewegingen
De oosterse traditie ziet de mens als de geest van alle materie en als één van de Drie Talenten (hemel, aarde en mens), terwijl de westerse godsdiensten leren dat de mens door God naar zijn evenbeeld is geschapen. Het menselijk leven is dus begiftigd met hogere waarde, doel en waardigheid. De natuur bestaat om de mensheid te voeden, en de mens heeft de plicht om de natuurlijke omgeving te koesteren en te verzorgen.
In de ogen van atheïsten en materialisten heeft het menselijk leven echter niet zo’n speciale kwaliteit. Engels schreef in een van zijn essays: “Leven is de wijze van bestaan van eiwitlichamen.” [6] In deze opvatting is het menselijk leven niet meer dan een configuratie van proteïnen, in geen enkel wezenlijk opzicht verschillend van dieren of planten – het is dus niet meer dan logisch dat mensen hun vrijheid, en zelfs hun leven, kan worden ontnomen, zogenaamd om de natuur te beschermen.
In de bijgewerkte versie van zijn boek over organische scheikunde uit 1840 bekritiseerde de Duitse chemicus Justus von Liebig Britse boeren voor het gebruik van geïmporteerde guano als meststof. De Britse landbouw had baat gehad bij de vogelmest, een efficiënte meststof, en de oogstopbrengsten waren aanzienlijk toegenomen. In het midden van de negentiende eeuw beschikten de Britten over ruim voldoende voedselbronnen van hoge kwaliteit. Von Liebig noemde verschillende argumenten tegen een te grote afhankelijkheid van de geïmporteerde meststof, waaronder de gevolgen die het verzamelen van de guano had voor de vogelpopulaties op de eilanden, en de onhoudbaarheid ervan op de lange termijn. Hij had ook bezwaar tegen de langere levensduur en grotere gezinnen van de goed gevoede Britse bevolking en hij argumenteerde dat meer mensen meer milieuschade betekende. [7]
Marx bestudeerde het werk van von Liebig zorgvuldig toen hij Das Kapital schreef en gebruikte zijn argumenten om het kapitalistische systeem aan te vallen. Marx prees von Liebigs werk omdat het “de negatieve, d.w.z. destructieve, kant van de moderne landbouw had uitgewerkt vanuit het oogpunt van de natuurwetenschap.” [8]
Marx beschouwde elke poging om rijkdom te scheppen door natuurlijke hulpbronnen te gebruiken als een vicieuze cirkel, met als conclusie dat “een rationele landbouw onverenigbaar is met het kapitalistische systeem”. Nadat Vladimir Lenin en zijn Bolsjewistische Partij in 1917 in Rusland een staatsgreep hadden gepleegd, kondigden zij snel het Landdecreet en het Bosdecreet af om land, bossen, water, mineralen, dieren en planten te nationaliseren en te voorkomen dat het publiek ze zonder toestemming zou gebruiken.
De Amerikaanse meteoroloog en auteur Brian Sussman schreef in zijn boek Eco-Tyranny: How the Left’s Green Agenda Will Dismantle America uit 2012 dat de ideeën van Marx en Lenin de basis vormen van die van de huidige milieuactivisten. In hun visie heeft niemand het recht om te profiteren van natuurlijke hulpbronnen. “Of het nu gaat om het redden van de bossen, walvissen, slakken of het klimaat, het komt allemaal terug op een diepgeworteld geloof dat het streven naar zulke winst immoreel is en uiteindelijk de planeet zal vernietigen als het niet tot stilstand komt,” schreef Sussman. [9]
Bij de wereldwijde milieubeweging is een groot aantal denkers, politici, wetenschappers, sociale activisten en mediapersoonlijkheden betrokken geweest. Deze tekst biedt niet voldoende ruimte om hun gedachten, toespraken en acties volledig op te sommen, maar één figuur kan niet worden genegeerd: Maurice Strong, de oprichter en eerste uitvoerend directeur van het VN-milieuprogramma.
Strong, een Canadees, organiseerde ook VN-conferenties waaronder de Conferentie over het Menselijk Milieu van 1972 en de Conferentie over Milieu en Ontwikkeling van 1992. Hij werd sterk beïnvloed door zijn nicht, Anna Louise Strong, een bekende pro-communistische journaliste die in China begraven werd. Strong beschreef zichzelf als ’een socialist in ideologie, een kapitalist in methodologie.’ [10]
Strong ging een belangrijke plaats innemen in de wereldwijde milieubeweging. De opvattingen van het VN-agentschap onder leiding van Strong lijken vrijwel identiek aan de marxistische theorie; in de preambule van het verslag van de Wereldconferentie over Menselijke Nederzettingen van 1976 staat te lezen: “Particulier grondbezit is een belangrijk instrument voor de accumulatie van rijkdom en draagt derhalve bij tot sociale onrechtvaardigheid. Overheidscontrole op het gebruik van land is daarom onontbeerlijk.” [11] Strong woonde na zijn pensionering in Beijing, maar overleed in 2015 in Canada.
Natalie Grant Wraga, een expert op het gebied van de desinformatie tactieken van de Sovjet Unie, schreef in een artikel uit 1998: “Milieubescherming is het belangrijkste instrument geworden voor een aanval tegen het Westen en alles waar het voor staat. Milieubescherming kan worden gebruikt als voorwendsel om een reeks maatregelen te nemen die bedoeld zijn om de industriële basis van ontwikkelde landen te ondermijnen. Het kan ook dienen om malaise te zaaien door hun levensstandaard te verlagen en communistische waarden in te voeren.” [12]
c. Ecologisch marxisme
Op het kruispunt van de negentiende en de twintigste eeuw ontwikkelde de Britse wetenschapper Arthur Tansley de ideeën van ecologie en het ecosysteem. Tansley was de eerste voorzitter van de British Ecological Society, en tijdens zijn studie aan het University College in Londen werd hij diepgaand beïnvloed door de Darwinistische zoöloog Ray Lankester. [13] Beiden waren Fabian socialisten. Lankester was een regelmatige huisgast en vriend van Marx; hij schreef eens aan Marx dat hij Das Kapital (Marx’ tekst uit 1867) “met het grootste genoegen en profijt” bestudeerde. [14]
In deze verbanden tussen Tansley, Lankester en Marx lijken de oorspronkelijke verbanden tussen ecologische ideeën en het marxisme naar voren te komen. Terwijl het milieudenken een ideologie is die zich bezighoudt met de bescherming van het milieu tegen schade aan de natuurlijke omgeving in het algemeen, houdt de ecologie zich bezig met de relatie tussen levende wezens en hun omgeving, en verschaft zo de theoretische basis voor het definiëren van de schade die aan het milieu wordt toegebracht. Het eco-marxisme gaat nog een stap verder en voegt het concept van ecologische crises toe om zijn argumenten over de economische ineenstorting van het kapitalisme te versterken. Het tracht het veronderstelde conflict tussen de bourgeoisie en het proletariaat uit te breiden met een inherent conflict tussen productie en milieu. Dit is de theorie van de dubbele crisis of het dubbele conflict. In de marxistische theorie is het primaire conflict van het kapitalisme dat tussen de productiekrachten en de productieverhoudingen, terwijl het secundaire conflict zich afspeelt tussen de omgeving van de productie (het ecosysteem) en de productiekrachten (het kapitalisme). In een marxistische visie leidt het primaire conflict tot een economische crisis, terwijl het secundaire conflict leidt tot een ecologische crisis. [15]
De afgelopen eeuw heeft bewezen dat de marxistische voorspelling dat het kapitalisme zou instorten, onjuist was. Integendeel, het blijft floreren. Om de strijd tegen het kapitalisme en het privé-bedrijfsleven voort te zetten, hebben de communisten de marxistische theorie geïnjecteerd in de milieubeweging en de nieuwe slogan ’ecologische instorting’ aangenomen.
d. Ecologisch socialisme
Zoals de naam al aangeeft, is ecosocialisme een ideologie die ecologie en socialisme combineert. Door typische socialistische eisen, zoals ’sociale rechtvaardigheid’, te combineren met ecologische bekommernissen, wordt getracht de socialistische ideologie op nieuwe manieren te bevorderen.
Een goede illustratie van ecosocialisme is The Ecosocialist Manifesto, in 2001 geschreven door Joel Kovel en Michael Löwy. Kovel was een activist tegen de Vietnamoorlog en later professor in de psychiatrie die in 2000 tevergeefs meedong naar de nominatie voor het presidentschap van de Groene Partij. Löwy, een socioloog, is lid van de Trotskistische Vierde Internationale. In het manifest stellen de auteurs zich tot doel “een beweging op te bouwen die het kapitalisme kan vervangen door een maatschappij waarin gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen het kapitalistisch eigendom vervangt, en waarin het behoud en herstel van ecosystemen een fundamenteel onderdeel zal zijn van alle menselijke activiteit”. Zij zagen het ecosocialisme niet als slechts een tak van het socialisme, maar eerder als de nieuwe naam van het socialisme in een nieuw tijdperk. [16]
e. Groen wordt het nieuwe rood
Toen het milieubeleid zijn intrede deed in de politiek, werd de groene politiek, of ecopolitiek, geboren. Groene partijen, die nu in veel landen zijn opgericht, zijn het resultaat van groene politiek, die meestal verder gaat dan milieubescherming en ook linkse programma’s omvat zoals sociale rechtvaardigheid, feminisme, anti-oorlog activisme en pacifisme. Global Greens, bijvoorbeeld, is een internationale organisatie die verbonden is met de Groene Partij, en haar handvest van 2001 is sterk beïnvloed door de marxistische ideologie. [17] Na de val van de communistische regimes in Oost-Europa sloten veel voormalige communistische partijleden en overgebleven communistische krachten zich aan bij groene partijen of richtten die op, waardoor het linkse karakter van de groene politiek werd versterkt.
Ook de voormalige Sovjetleider Gorbatsjov probeerde opnieuw de politiek in te gaan, maar slaagde daar niet in. Hij stapte over naar het milieu en richtte het Groene Kruis op. Gorbatsjov heeft vaak gepleit voor de oprichting van een wereldregering om ecologische rampen te voorkomen. [18]
Veel communistische partijen in het Westen zijn rechtstreeks betrokken bij milieubeschermingsbewegingen. Jack Mundey, een vakbondsactivist en medeoprichter van de Australische ’green ban’-beweging, was lid van de Communistische Partij van Australië. Zijn vrouw was de nationale voorzitter van de partij van 1979 tot 1982. [19]
f. Manipuleren van de retoriek van het milieubeleid
Het op gang brengen van massabewegingen is één van de strategieën van het communisme om zijn invloed te verspreiden over naties en de wereld. Veel milieu-organisaties mobiliseren grote aantallen mensen om milieubeschermingscampagnes te voeren. Zij hebben gelobbyd en overheidsinstellingen gekaapt om onredelijke overeenkomsten en voorschriften te formuleren en af te dwingen. Zij hebben ook gewelddadige incidenten gecreëerd om het grote publiek het zwijgen op te leggen.
Zoals de linkse radicaal Saul Alinsky verklaarde, is het noodzakelijk de ware doelstellingen van een beweging te verbergen en op grote schaal mensen te mobiliseren om in actie te komen ter ondersteuning van lokale, tijdelijke, plausibele of goedaardige doelen. Wanneer mensen gewend raken aan deze gematigde vormen van activisme, is het betrekkelijk eenvoudig om ze voor radicalere doelen in actie te laten komen. “Onthoud: als je eenmaal mensen organiseert rond iets waar iedereen het over eens is, zoals vervuiling, dan is er een georganiseerd volk op de been. Van daaruit is het een korte en natuurlijke stap naar politieke vervuiling, naar Pentagon vervuiling,” schreef Alinsky. [20]
Allerlei linkse groeperingen gebruiken het milieu als ideologische verpakking om straatacties te voeren die revolutie bepleiten. Als er in een land bijvoorbeeld een ’volksklimaatbeweging’ bestaat, kun je daaruit afleiden dat deze een product is van communistische partijen. In de Verenigde Staten gaat het om organisaties als de Communist Party USA, Socialist Action, de Maoist Revolutionary Communist Party USA, de Ecological Society of America, de Socialist Workers Party, Socialist Alternative, de Democratic Socialists of America, enzovoort. Dergelijke groepen organiseerden de People’s Climate March, waarbij ze met een zee van rode vlaggen door grote Amerikaanse steden paradeerden, waaronder de hoofdstad van het land. Slogans op deze evenementen waren onder meer ’Systeemverandering, niet klimaatverandering’, ’Kapitalisme doodt ons’, ’Kapitalisme vernietigt het milieu’, ’Kapitalisme doodt de planeet’ en ’Vecht voor een socialistische toekomst’. [21]
Met meer en meer communistische en socialistische elementen om het milieuactivisme te versterken, is de ’groene vrede’ volledig overgegaan in de rode revolutie.
g. Ecoterrorisme
Door zijn linkse invloeden is de milieubeweging van meet af aan relatief radicaal geweest. Er zijn vele takken, waaronder diepe ecologie, ecofeminisme, sociale ecologie en bioregionalisme, waarbij sommige extreem radicaal zijn. De bekendste zijn groepen als Earth First! en Earth Liberation Front, die gebruik maken van directe actie – vaak destructieve daden die bekend staan als ecoterrorisme – om activiteiten te stoppen die zij schadelijk achten voor het milieu.
Earth First! werd in 1979 opgericht en heeft als slogan: ’Geen compromissen ter verdediging van Moeder Aarde’! De groep richt zich met directe actie en ’creatieve burgerlijke ongehoorzaamheid’ tegen houtkapbedrijven, bouwplaatsen van dammen en andere projecten. Een van de bekende tactieken van de groep is ’tree sitting’, waarbij leden onder bomen gaan zitten of er in klimmen om houtkap te voorkomen. Deze acties hebben veel linkse mensen, anarchisten en anderen aangetrokken die in opstand willen komen tegen de heersende maatschappij.
In 1992 richtten enkele van de radicalere leden een tak op onder de naam Earth Liberation Front (ELF), waarbij zij de naam ELF overnamen van de Environmental Life Force groep die in 1978 was ontbonden, en ook de guerrillatactiek van deze groep overnamen, met name brandstichting. In december 2000 pleegde ELF een reeks misdaden op Long Island, New York. De radicalen vernielden honderden ruiten en spoten graffiti in een woonwijk en bij de kantoren van McDonald’s, en staken zestien gebouwen van een appartementen project in brand, evenals ten minste vier luxe woningen. De voornaamste reden voor de brandstichtingen was dat de huizen de ’toekomstige holen van de rijke elite’ waren en gebouwd werden boven bossen en moerassen. Tijdens het uitvoeren van deze directe acties gebruikte ELF de slogan ’Als jullie het bouwen, zullen wij het verbranden’. [22]
In 2005 kondigde de FBI aan dat ELF en andere extremistische organisaties een ernstige terroristische dreiging voor de Verenigde Staten vormden, omdat ze sinds 1990 betrokken zouden zijn geweest bij meer dan 1.200 criminele incidenten, die tientallen miljoenen dollars aan materiële schade zouden hebben veroorzaakt. [23] De acties van de organisatie hebben allang de grenzen overschreden van normaal politiek protest of meningsverschillen. De communistische ideologie heeft de haat uitgebuit om van sommige milieuactivisten terroristen te maken.
h. Greenpeace: geen vredig verhaal
Greenpeace werd opgericht in 1971 en is de grootste milieuorganisatie ter wereld, met kantoren in meer dan vijftig landen en jaarlijkse inkomsten van meer dan 350 miljoen dollar. Het is ook een van de meer radicale milieuorganisaties.
Greenpeace mede-oprichter Paul Watson, die de organisatie in 1977 verliet, zei: “Het geheim van [voormalig voorzitter] David McTaggart’s succes is het geheim van Greenpeace’s succes: Het maakt niet uit wat waar is, het maakt alleen uit wat mensen geloven dat waar is. … Je bent wat de media definiëren wat je bent. [Greenpeace] werd een mythe, en een mythe-genererende machine.” [24]
Patrick Moore, een andere mede-oprichter, zette zich in voor de bescherming van het milieu, maar verliet de organisatie na 15 jaar, omdat deze “een scherpe bocht naar politiek links” had genomen. De organisatie had zich ontwikkeld tot een extremistische organisatie die vijandig stond tegenover alle industriële productie en die een agenda had die meer op politiek dan op deugdelijke wetenschap was gebaseerd. [25]
In 2007 braken zes leden van Greenpeace in bij een Britse kolencentrale en werden vervolgens aangeklaagd voor het veroorzaken van schade ter waarde van ongeveer 30.000 Britse ponden. Ze gaven toe dat ze hadden geprobeerd de centrale stil te leggen, maar beweerden dat ze dat deden om nog grotere schade te voorkomen (een milieucrisis als gevolg van broeikasgassen). De rechtbank sprak de zes vrij van overtredingen. Voordien had Greenpeace al verschillende rechtszaken gewonnen met acties zoals het beschadigen van een straaljager en de uitrusting van een nucleaire onderzeeër, en het bezetten van de grootste afvalverbrandingsoven van Groot-Brittannië. [26]
De strategie van radicale milieu-organisaties zoals Greenpeace is om alle middelen te gebruiken die nodig zijn om hun doelen te bereiken. Op dit punt is radicale milieubeweging zeer consistent met het communisme. Het traditionele marxisme-leninisme gebruikt de belofte van een uiteindelijke utopie om moorden, brandstichting en beroving te rechtvaardigen. Op dezelfde manier spelen communisten onder de vlag van het milieu de milieucrises uit om gewelddadige en illegale tactieken te legitimeren.
In bovenstaand voorbeeld slaagden de advocaten van de zes Greenpeace-leden erin de jury ervan te overtuigen hun criminele gedrag als legitiem te aanvaarden, hetgeen aantoont dat de samenleving kan worden misleid tot het aanvaarden van onzinnige en ongegronde argumenten. Dit alles maakt deel uit van het loslaten van universele waarden en is een indicatie van het morele verval van de samenleving.
2. Klimaatverandering
Klimaatverandering is een veelbesproken onderwerp in de huidige samenleving, met beroemdheden, mediapersoonlijkheden, politici en leden van het grote publiek die zich erover uitspreken. De meest gehoorde bewering is dat de uitstoot van broeikasgassen door de mens de opwarming van de aarde heeft veroorzaakt en dat dit tot klimaatrampen zal leiden.
Voorstanders beweren dat deze conclusie is bereikt door middel van wetenschappelijke consensus en dat de wetenschap vaststaat. Voor sommige milieuactivisten zijn mensen die deze conclusie verwerpen niet alleen anti-wetenschappelijk, maar ook anti-menselijk. De stemmen van degenen die zich verzetten tegen de heersende opvatting worden gesmoord en verschijnen zelden in de media of in academische tijdschriften, om het beeld van een consensus in stand te houden.
De bovengenoemde Greenpeace-leden die de centrale beschadigden, werden gedeeltelijk vrijgesproken omdat een beroemde deskundige en voorstander van deze vermeende consensus namens hen getuigde. Hij beweerde dat de hoeveelheid kooldioxide die de centrale elke dag uitstoot, zou leiden tot het uitsterven van wel vierhonderd diersoorten.
Veel leden van de wetenschappelijke gemeenschap, zoals de gepensioneerde meteorologieprofessor Richard Lindzen van het Massachusetts Institute of Technology en de voormalige ondersecretaris Steven Koonin van het Amerikaanse ministerie van Energie, hebben echter geschreven dat de klimaatwetenschap in feite nog niet vaststaat en dat het ons ontbreekt aan de kennis die nodig is om een goed klimaatbeleid te kunnen voeren. [27] [28]
a. De onderdrukking van tegenstemmen
In een artikel, schreef Koonin:
Het publiek is nauwelijks op de hoogte van de heftige debatten binnen de klimaatwetenschap. Op een recente bijeenkomst van nationale laboratoria zag ik hoe meer dan 100 actieve onderzoekers van overheden en universiteiten elkaar uitdaagden in hun streven om de menselijke invloed te scheiden van de natuurlijke variabiliteit van het klimaat. Het ging daarbij niet om nuances, maar om fundamentele aspecten van ons inzicht, zoals de ogenschijnlijke – en onverwachte – vertraging van de wereldwijde zeespiegelstijging in de afgelopen twee decennia. [29]
Tot de kwesties waarover door wetenschappers heftig wordt gediscussieerd behoren de vraag of de opwarming van het milieu in de eerste plaats door menselijke activiteiten dan wel door natuurlijke factoren wordt veroorzaakt; hoe warm de wereld tegen het einde van de 21e eeuw zal zijn; of de mens wel in staat is te voorspellen hoe het klimaat in de toekomst zal veranderen; en of er een ecologische ramp op komst is.
Natuurkundige Michael Griffin, een voormalig NASA administrator, zei in een interview met NPR in 2007:
Ik twijfel er niet aan dat … er een trend van opwarming van de aarde bestaat. Ik ben er niet zeker van dat het eerlijk is om te zeggen dat het een probleem is waar we mee moeten worstelen. Ervan uitgaan dat het een probleem is, is ervan uitgaan dat de huidige toestand van het klimaat op aarde het optimale klimaat is, het beste klimaat dat we kunnen hebben of ooit hebben gehad en dat we stappen moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat het niet verandert. Ten eerste denk ik niet dat het in de macht van de mens ligt om ervoor te zorgen dat het klimaat niet verandert, zoals miljoenen jaren geschiedenis hebben aangetoond, en ten tweede denk ik dat ik zou willen vragen aan welke mensen – waar en wanneer – het voorrecht moet worden toegekend om te beslissen dat dit specifieke klimaat dat wij hier vandaag, op dit ogenblik hebben, het beste klimaat is voor alle andere menselijke wezens. Ik denk dat dat een nogal arrogante positie is voor mensen om in te nemen. [30]
Hoewel Griffin uiting gaf aan de nederigheid die wetenschappers zouden moeten hebben, stuitte hij onmiddellijk op hevige kritiek van de media en van sommige klimaatwetenschappers, die zijn opmerkingen onwetend noemden. De week daarop, tijdens een besloten bijeenkomst in het Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, Californië, verontschuldigde Griffin zich bij NASA-medewerkers voor het veroorzaken van controverse. [31]
Een paar maanden later, in een interview voor een NASA-publicatie, zei Griffin: “Ik denk persoonlijk dat mensen te ver zijn gegaan in de discussie over klimaatverandering, tot het punt waarop het bijna niet meer legitiem is om het als een technisch onderwerp te zien. Het heeft bijna een religieuze status gekregen, en dat vind ik betreurenswaardig.
De opmerking van Griffin volgend, is het gebruik van alle middelen om het wetenschappelijk debat te smoren zelf in strijd met de geest van de wetenschap, aangezien wetenschappelijke vooruitgang zelf het resultaat van debat is. “Je ontwikkelt je theorieën, publiceert je gegevens, brengt je concept naar voren, en anderen schieten het neer, of proberen dat te doen. Wetenschappelijke consensus ontwikkelt zich op die manier,” zei hij. [32]
De Zweedse meteoroloog Lennart Bengtsson ondervond, net als Griffin, onmiddellijk en hevig verzet van zijn vakgenoten over de hele wereld toen hem werd gevraagd zitting te nemen in het bestuur van de Global Warming Policy Foundation (GWPF), een denktank die de theorieën over de opwarming van de aarde aanvecht. De druk was zo groot dat hij zich genoodzaakt voelde binnen twee weken zijn ontslag in te dienen bij de stichting.
In zijn ontslagbrief, schreef Bengtsson:
Ik ben de laatste dagen van over de hele wereld onder zo’n enorme groepsdruk komen te staan dat het voor mij bijna ondraaglijk is geworden. Als dit zo doorgaat, kan ik mijn normale werk niet meer doen en begin ik me zelfs zorgen te maken over mijn gezondheid en veiligheid. Ik zie dan ook geen andere uitweg dan ontslag te nemen uit de GWPF. Ik had niet verwacht dat zo’n enorme wereldwijde druk op mij zou worden uitgeoefend door een gemeenschap waarmee ik al mijn hele actieve leven nauw verbonden ben. Collega’s trekken hun steun in, andere collega’s trekken zich terug uit gezamenlijk auteurschap enz.
Ik zie geen limiet en einde aan wat er zal gebeuren. Het is een situatie die me doet denken aan de tijd van McCarthy. Ik zou nooit iets dergelijks hebben verwacht in zo’n oorspronkelijk vreedzame gemeenschap als de meteorologie. Blijkbaar heeft ze de laatste jaren een gedaanteverwisseling ondergaan. [33]
De transformatie die Bengtsson waarnam was het resultaat van communistische ideologie en strijdtactieken die de milieuwetenschap kaapten.
De vermeende wetenschappelijke consensus over klimaatverandering heeft van de theorie van de klimaatverandering een dogma gemaakt. Klimaatverandering is een cruciaal principe van het huidige milieuactivisme, dat als onaantastbaar en onschendbaar wordt beschouwd. De wetenschappers, media en milieu-activisten die dit principe aanvaarden, werken samen om het geloof in een op handen zijnde ecologische ramp te verspreiden. Dit is een belangrijk instrument geworden dat door de milieubeweging wordt gebruikt om het publiek angst aan te jagen zodat het linkse politieke agenda’s accepteert, inclusief belastingverhogingen en overnames door grote overheid, allemaal om hen ’te redden’ van de ondergang. In het proces van het vestigen en hard maken van dit dogma komen de technieken van de communistische politieke strijd duidelijk naar voren – inclusief misleiding, pesten, publiekelijk aan de schandpaal nagelen, en openlijke conflicten.
b. ‘Consensus’ in de klimaatwetenschap
In 1988 werd het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) van de VN opgericht om de wetenschappelijke aspecten van de klimaatverandering te evalueren en samen te vatten. Een van zijn taken is het evalueren van bestaand wetenschappelijk onderzoek over klimaatverandering en het uitbrengen van een gezaghebbend rapport om de paar jaar. Deze rapporten zijn bedoeld om regeringen een wetenschappelijke basis te verschaffen voor hun beleidsvorming. De rapporten worden opgesteld door honderden wetenschappers en beoordeeld door duizenden anderen. De conclusies van de rapporten worden dan ook vaak omschreven als zijnde de consensus van duizenden van ‘s werelds beste wetenschappers.
In 1992 verklaarde de UN Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) dat het haar doel was de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau waarbij gevaarlijke antropogene (door de mens veroorzaakte) verstoring van het klimaatsysteem zou worden voorkomen. Het begon met de bewering dat de klimaatverandering door de mens werd veroorzaakt en gevaarlijk was. [34] Daarom moet de UNFCCC opereren in de veronderstelling dat de mens de schuldige is van de gevaarlijke klimaatverandering, omdat dit noodzakelijk is voor het bestaan en het voortbestaan van de organisatie. Deze aanname heeft ook de focus en reikwijdte van het onderzoek van het IPCC beperkt. [35]
Onzekerheidsverklaringen verwijderd uit IPCC-rapporten
Voordat het IPCC zijn tweede evaluatierapport van 1995 uitbracht, kreeg de wereldberoemde natuurkundige Frederick Seitz een exemplaar in handen. Seitz ontdekte later dat het eindrapport niet dezelfde versie was als die waaraan de wetenschappers hun goedkeuring hadden gegeven. Alle verklaringen waarin onzekerheid werd geuit over de effecten van menselijke activiteiten op de klimaatverandering, waren geschrapt.
Seitz’s artikel in The Wall Street Journal stelde: “In mijn meer dan 60 jaar als lid van de Amerikaanse wetenschappelijke gemeenschap, inclusief mijn dienst als voorzitter van zowel de National Academy of Sciences als de American Physical Society, ben ik nooit getuige geweest van een meer verontrustende corruptie van het peer-review proces dan de gebeurtenissen die hebben geleid tot dit IPCC rapport.” [36]
De geschrapte verklaringen omvatten het volgende:
- “Geen van de hierboven genoemde studies heeft duidelijk bewijs geleverd dat we de waargenomen [klimaat]veranderingen specifiek kunnen toeschrijven aan de toename van broeikasgassen.”
- “Geen enkele studie heeft tot nu toe op eenduidige wijze alle of een deel van de tot nu toe waargenomen klimaatveranderingen toegeschreven aan antropogene oorzaken.
- “Alle beweringen van positieve detectie van significante klimaatverandering zullen waarschijnlijk controversieel blijven totdat de onzekerheden in de totale natuurlijke variabiliteit van het klimaatsysteem zijn verminderd.” [37]
Het IPCC beweerde dat alle wijzigingen waren goedgekeurd door de auteurs, maar de wijzigingen onthullen hoe de rapportage van het IPCC werd beïnvloed door de politiek. Het rapport bevat voornamelijk samenvattingen van bestaande studies zonder toevoeging van origineel onderzoek. Omdat het bestaande onderzoek zo veel verschillende standpunten bevat, betekende het bereiken van een consensus dat het IPCC de standpunten die in de weg stonden, gewoon heeft geschrapt.
In april 2000 werd in een eerste ontwerp van het derde evaluatierapport van het IPCC gezegd: “Er is een waarneembare menselijke invloed geweest op het wereldklimaat”. Het tweede ontwerp in oktober luidde: “Het is waarschijnlijk dat de toenemende concentraties van antropogene broeikasgassen in belangrijke mate hebben bijgedragen tot de opwarming van de aarde in de afgelopen 50 jaar”. In de definitieve, officiële conclusie werd de verklaring nog sterker: “Het grootste deel van de waargenomen opwarming in de afgelopen 50 jaar is waarschijnlijk te wijten aan de toename van broeikasgasconcentraties.”
Toen de woordvoerder van het VN-milieuprogramma, Tim Higham, werd gevraagd naar de wetenschappelijke basis achter de verandering, zei hij tegen New Scientist: “Er was geen nieuwe wetenschap, maar de wetenschappers wilden een duidelijke en sterke boodschap overbrengen aan de beleidsmakers.” [38] Met andere woorden, de UNFCCC gaf een huiswerkopdracht aan het IPCC, en maakte duidelijk wat het gewenste antwoord was. Het IPCC heeft vervolgens geleverd wat er gevraagd werd.
“Consensus over rampen” overdreven in IPCC-rapport
Paul Reiter, hoogleraar medische entomologie aan het Pasteur Instituut in Frankrijk, is een vooraanstaand deskundige op het gebied van malaria en andere door insecten overgebrachte ziekten. Hij was het niet eens met het IPCC-rapport en moest dreigen met juridische stappen tegen het IPCC om zijn naam verwijderd te krijgen van de lijst van tweeduizend topwetenschappers die het rapport zouden hebben onderschreven. Hij zei dat het IPCC “het doet voorkomen alsof alle topwetenschappers het eens zijn, maar dat is niet zo.” [39]
In zijn getuigenis tijdens een hoorzitting van de Amerikaanse Senaat op 26 april 2006, zei Reiter: “Een verbijsterend aspect van het debat is dat deze valse ‘wetenschap’ in het publieke forum wordt onderschreven door invloedrijke panels van ‘deskundigen’. Ik verwijs in het bijzonder naar het Intergovernmental Panel on Climate Change. Om de vijf jaar publiceert deze VN-organisatie een ’consensus van ‘s werelds beste wetenschappers’ over alle aspecten van klimaatverandering. Nog afgezien van het dubieuze proces volgens hetwelk deze wetenschappers worden geselecteerd, is een dergelijke consensus iets voor de politiek, niet voor de wetenschap”. [40]
Milieuactivisten hebben bijvoorbeeld de theorie gepromoot dat door insecten overgebrachte ziekten zoals malaria een ravage zullen aanrichten als het klimaat opwarmt. “Door de opwarming van de aarde zullen miljoenen mensen meer risico lopen op malaria en knokkelkoorts, volgens een rapport van de Verenigde Naties dat oproept tot een dringende herziening van de gezondheidsgevaren die de klimaatverandering met zich meebrengt,” stond in een Bloomberg-artikel van 27 november 2007. [41]
Maar Reiter is het niet eens met deze eenvoudige correlatie en wijst erop dat malaria niet beperkt is tot tropische gebieden. In het hele Russische Rijk en de Sovjet-Unie stierven aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw jaarlijks tot wel vijf miljoen mensen aan de ziekte. [42] Een studie uit 2011 gepubliceerd in Biology Letters ontdekte dat, in tegenstelling tot de heersende veronderstelling, stijgende temperaturen de besmettelijkheid van muggen verminderen en de overdracht van malaria vertraagt. [43]
Een andere wetenschapper die zich uit het IPCC heeft teruggetrokken, beschuldigde de organisatie van het gebruik van zogenaamde rampenconsensus als onderdeel van haar operationele cultuur. Meteoroloog Christopher Landsea, een voormalig orkaanonderzoeker bij de National Oceanic and Atmospheric Administration en een van de hoofdauteurs van het vierde evaluatierapport van het IPCC, trok zich in januari 2005 terug uit het IPCC. In een open brief verklaarde hij: “Ik kan persoonlijk niet te goeder trouw blijven meewerken aan een proces dat naar mijn mening zowel wordt ingegeven door vooropgezette agenda’s als wetenschappelijk ongegrond is”. Hij drong er bij het IPCC op aan om te bevestigen dat het rapport zich aan de wetenschap zou houden in plaats van aan sensatiezucht. [44]
Landsea bekritiseerde de hoofdauteur van het hoofdstuk over orkanen in het IPCC-rapport omdat hij de wetenschappelijke studies negeerde die niet konden aantonen dat toegenomen orkanenactiviteit verband hield met door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde. In plaats daarvan sprak de hoofdauteur van het rapport op een persconferentie met veel publiciteit, waarin hij beweerde dat de opwarming van de aarde “waarschijnlijk zal blijven leiden tot meer uitbarstingen van hevige orkaanactiviteit”, en gaf hij vóór de publicatie van het rapport verschillende interviews waarin hij dezelfde mening verkondigde.
David Deming, een geoloog en geofysicus aan de Universiteit van Oklahoma, verkreeg de historische temperatuurgegevens voor Noord-Amerika over een periode van 150 jaar door ijskernen te bestuderen en schreef een artikel over zijn onderzoek, dat werd gepubliceerd in Science. Na de publicatie zei Deming dat “een belangrijke onderzoeker op het gebied van klimaatverandering” hem een e-mail stuurde waarin hij zei: “We moeten af van de Middeleeuwse Warme Periode,” volgens Deming’s getuigenis tijdens een hoorzitting van de Amerikaanse Senaat in 2006. De Middeleeuwse Warme Periode verwijst naar een periode van ongewoon warm weer die rond het jaar 1000 begon en aanhield tot een koude periode in de veertiende eeuw die bekend staat als de ‘Kleine IJstijd’.
Meer dan 780 wetenschappers van 462 instellingen in 40 landen hebben in de loop van 20 jaar meegewerkt aan papers waarin het bestaan van de Middeleeuwse Warme Periode werd bevestigd, getuigde Deming. Het uitwissen van deze periode uit de historische curve van de klimaatsverandering versterkt echter de bewering dat elke opwarming vandaag iets is wat nooit eerder gezien is. [45]
Hoewel honderden wetenschappelijke artikelen de vermeende consensus van het IPCC weerleggen, zijn hun beweringen gemarginaliseerd in het huidige academische en media-klimaat.
Hoofdstuk vijftien | Hoofdstuk zestien (Deel 2) |
Referenties
1. Dong Zhongshu 董仲舒, Chunqiu fan lu, di shisi 春秋繁露 [Luxuriant Dew of the Spring and Autumn Annals], fu zhi xiang 服制象 [“Images for the Regulation of Dress”], 14, https://ctext.org/chun-qiu-fan-lu/fu-zhi-xiang/zh. De regel in kwestie verschijnt zowel als “天之生物也,以养人” als “天地之生萬物也以養人.” [In Chinees]
2. Confucius, The Universal Order or Conduct of Life, a Confucian Catechism (Being a Translation of One of the Four Confucian Books, Hitherto Known as the Doctrine of the Mean), (Shanghai: Shanghai Evening Post & Mercury Limited, 1906), 68, https://bit.ly/2T74Dsb.
3. Yi Zhou shu 逸周書 [Lost Book of Zhou], “Da Jujie” 大聚解, https://ctext.org/lost-book-of-zhou/da-ju/zh. [In Chinees]
4. Zengzi, zoals geciteerd in Li Ji 禮記 [[The Classic of Rights], “Zhai Yi” 祭儀,https://ctext.org/text.pl?node=61379&if=gb&show=parallel. [In Chinees]
5. Wes Vernon, “The Marxist Roots of the Global Warming Scare,” Renew America, 16 juni 2008, https://web.archive.org/web/20100724052619/http://www.renewamerica.com:80/columns/vernon/080616.
6. Friedrich Engels, “Notes and Fragments,” in Dialectics of Nature, trans. Clemens Dutt (Moskou: Uitgeverij Vooruitgang, 1883), 295-311, geraadpleegd via Marxists Internet Archive op 30 april 2020, https://www.marxists.org/archive/marx/works/1883/don/ch07g.htm.
7. Brian Sussman, Eco-Tyranny: How the Left’s Green Agenda Will Dismantle America (Washington, DC: WND Books, 2012), 8-9.
8. Karl Marx, zoals geciteerd in Sussman, Eco-Tyranny, 10.
9. Ibid., 11-15.
10. Maurice Strong, zoals geciteerd in Grace Baumgarten, Cannot Be Silenced (Grand Rapids, MI: WestBow Press, 2016).
11. Sussman, Eco-Tyranny, 35.
12. Natalie Grant Wraga, zoals geciteerd in Vernon, “The Marxist Roots.”
13. John Bellamy Foster, ” Marx’s Ecology in Historical Perspective,” International Socialism Journal 96 (Winter 2002), http://pubs.socialistreviewindex.org.uk/isj96/foster.htm.
14. Ray Lankester, zoals geciteerd in Lewis S. Feuer, “The Friendship of Edwin Ray Lankester and Karl Marx: The Last Episode in Marx’s Intellectual Evolution,” Journal of the History of Ideas 40, no. 4: 633–648.
15. James O’Connor, Natural Causes: Essays in Ecological Marxism (New York: The Guilford Press, 1997).
16. Joel Kovel en Michael Löwy, “The First Ecosocialist Manifesto,” september 2001, geraadpleegd op 30 april 2020, http://green.left.sweb.cz/frame/Manifesto.html.
17. Bob Brown en Peter Singer, The Greens (Melbourne: Text Publishing Company, 1996), 55.
18. Mikhail Gorbatsjov, ” We Have a Real Emergency,” The New York Times, 9 december 2009, http://www.nytimes.com/2009/12/10/opinion/10iht-edgorbachev.html.
19. “Jack Mundey,” Sydney’s Aldermen, geraadpleegd op 30 april 2020, http://www.sydneyaldermen.com.au/alderman/jack-mundey.
20. Saul Alinsky, “Tactics,” in Rules for Radicals: A Practical Primer for Realistic Radicals (New York: Vintage Books, 1971).
21. Zombie, ” Climate Movement Drops Mask, Admits Communist Agenda,” PJ Media, 23 september 2014, https://pjmedia.com/zombie/2014/9/23/climate-movement-drops-mask-admits-communist-agenda.
22. Dan Barry en Al Baker, “For ‘Eco-Terrorism’ Group, a Hidden Structure and Public Messages,” The New York Times, 8 januari 2001, https://www.nytimes.com/2001/01/08/nyregion/for-eco-terrorism-group-a-hidden-structure-and-public-messages.html.
23. Noel Moand, ” A Spark That Ignited a Flame: The Evolution of the Earth Liberation Front,” in Igniting a Revolution: Voices in Defense of the Earth, eds. Steven Best en Anthony J. Nocella, II (Oakland, CA: AK Press, 2006), 47.
24. Paul Watson, geciteerd in Leslie Spencer, Jan Bollwerk, en Richard C. Morais, “The Not So Peaceful World of Greenpeace,” Forbes, november 1991, geraadpleegd via het Heartland Institute, https://www.heartland.org/_template-assets/documents/publications/the_not_so_peaceful_world_of_greenpeace.pdf.
25. Ted Thornhill, ” Humans Are NOT to Blame for Global Warming, Says Greenpeace Co-founder, as He Insists There Is ‘No Scientific Proof’ Climate Change Is Manmade,” Daily Mail, 27 februari 2014, http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2569215/Humans-not-blame-global-warming-says-Greenpeace-founder-Patrick-Moore.html#ixzz2vgo2btWJ.
26. John Vidal, ” Not Guilty: The Greenpeace Activists Who Used Climate Change as a Legal Defence,” The Guardian, 10 sept 2008, https://www.theguardian.com/environment/2008/sep/11/activists.kingsnorthclimatecamp.
27. Richard Lindzen, “The Climate Science Isn’t Settled,” The Wall Street Journal, laatst bijgewerkt op 30 november 2009, https://www.wsj.com/articles/SB10001424052748703939404574567423917025400.
28. Steven E. Koonin, “Climate Science Is Not Settled,” The Wall Street Journal, 19 september 2014, https://www.wsj.com/articles/climate-science-is-not-settled-1411143565.
29. Steven E. Koonin, “A ‘Red Team’ Exercise Would Strengthen Climate Science,” The Wall Street Journal, 20 april 2017, https://www.wsj.com/articles/a-red-team-exercise-would-strengthen-climate-science-1492728579.
30. Michael Griffin, “NASA Chief Questions Urgency of Global Warming,” interview door Steve Inskeep, National Public Radio, 31 mei 2007, https://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=10571499.
31. Alicia Chang, “NASA Chief Regrets Remarks on Global Warming,” NBC News, 5 juni 2007, http://www.nbcnews.com/id/19058588/ns/us_news-environment/t/nasa-chief-regrets-remarks-global-warming.
32. Michael Griffin, geciteerd in Rebecca Wright, Sandra Johnson, and Steven J. Dick, eds., NASA at 50: Interviews with NASA’s Senior Leadership (Washington, DC: National Aeronautics and Space Administration, 2009), 18, https://www.nasa.gov/sites/default/files/716218main_nasa_at_50-ebook.pdf.
33. Lennart Bengtsson, zoals geciteerd in “Lennart Bengtsson Resigns: GWPF Voices Shock and Concern at the Extent of Intolerance Within the Climate Science Community,” The Global Warming Policy Foundation, 5 mei 2014, http://www.thegwpf.org/lennart-bengtsson-resigns-gwpf-voices-shock-and-concern-at-the-extent-of-intolerance-within-the-climate-science-community.
34. Amerikaans Congres, Huis, Commissie Wetenschap, Ruimte en Technologie van het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten, Hearing on Climate Science: Assumptions, Policy Implications and the Scientific Method, 115th Cong., 1st sess., March 29, 2017, https://docs.house.gov/meetings/SY/SY00/20170329/105796/HHRG-115-SY00-Wstate-CurryJ-20170329.pdf.
35. Ibid.
36. Frederick Seitz, ” Major Deception on Global Warming,” The Wall Street Journal, 12 juni 1996, https://www.wsj.com/articles/SB834512411338954000.
37. Ibid.
38. Tim Higham, zoals geciteerd in Larry Bell, “The New York Times’ Global Warming Hysteria Ignores 17 Years of Flat Global Temperatures,” Forbes, 21 augustus 2013, https://www.forbes.com/sites/larrybell/2013/08/21/the-new-york-times-global-warming-hysteria-ignores-17-years-of-flat-global-temperatures.
39. Paul Reiter, als geciteerd in Christopher C. Horner, Red Hot Lies: How Global Warming Alarmists Use Threats, Fraud, and Deception to Keep You Misinformed (Washington, DC: Regnery Publishing, 2008), 319.
40. Amerikaans Congres, Senaat, Commissie handel, wetenschap en vervoer, Projected and Past Effects of Climate Change: A Focus on Marine and Terrestrial Systems, 109th Cong., 2nd sess., 26 april 2006.
41. Bloomberg, zoals geciteerd in James Taylor, “Mosquitoes Ignore Global Warming Predictions,” Forbes, 5 oktober 2011, https://www.forbes.com/sites/jamestaylor/2011/10/05/mosquitoes-ignore-global-warming-predictions/#20938da66c1b.
42. Leonard J. Bruce-Chwatt, “Malaria Research and Eradication in the USSR,” Bulletin van de Wereldgezondheidsorganisatie, 1959, geraadpleegd via National Institutes of Health op 30 april, 2020, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2537933/pdf/bullwho00505-0074.pdf.
43. Zoë Corbyn, “Global Warming Wilts Malaria,” Nature, 21 december 2011, https://www.nature.com/news/global-warming-wilts-malaria-1.9695.
44. Christopher Landsea, zoals geciteerd in James Taylor, “Climate Scientist Quits IPCC, Blasts Politicized ‘Preconceived Agendas,'” The Heartland Institute, 1 april 2005, https://www.heartland.org/news-opinion/news/climate-scientist-quits-ipcc-blasts-politicized-preconceived-agendas?source=policybot.
45. US Congress, Senate, Committee on Environment and Public Works, Full Committee Hearing on Climate Change and the Media, 109th Cong., 2nd sess., 6 december 2006, https://www.epw.senate.gov/public/index.cfm/hearings?ID=BFE4D91D-802A-23AD-4306-B4121BF7ECED.